m -4- Uw college verzuimt in het voorstel duidelijk te zijn t.a.v. dit punt. Concreet is het van belang te weten wat de verhoging inhoudt voor de komende jaren. Simplistisch geredeneerd komt de extra rentelast ad 37.919,overeen met een gemiddelde verhoging van de onroerend goedbelasting van 12%. Voor onze fraktie is dit punt in Uw voorstel onaanvaardbaar. Zowel over beide mogelijke inkomsten bronnen wensen wij te beschikking over concrete informatie. Concluderend voorzitter meent onze fraktie dat ervan het volgende sprake is: er is sprake van een fraai reconstructieplan waaraan een forse prijskaar hangt; gelet op een toekomstgerichte beslissing is er weinig tijd gegeven aan de raad om het voorstel op zijn merites te kunnen beoordelen; onvoldoende informatie aangaande eventuele verhogingen van belastingen; onvoldoende informatie over het hoe en waarom van de overschrijding; onvoldoende informatie over eventuele alternatieven met behoud van de subsidies. Aan het voorstel dat thans voor ons ligt menen wij in dit stadium onze goed keuring te moeten onthouden. Wij kunnen ons voorstellen dat Uw college het op prijs zou stellen de reconstructie met algemene stemmen door de raad te loodsen. Mocht U deze mening inderdaad toegedaan zijn dan lijkt het onze fraktie gewenst dat Uw colleg óf het voorstel terugneemt en opnieuw aan de raad aanbiedt na completering met de gevraagde informatie óf dat U ons in tweede termijn uit voerig hieromtrent nader informeert. De heer Verstraeten informeert hoe de eventuele aanbesteding van het plan zal geschieden. Dhr. Buijsse merkt namens de fraktie Algemeen Belang op, dat het kostenverschil tussen hetgeen in de begroting geraamd is en de werkelijke kosten in het onder havige voorstel groot is. Waarschijnlijk is in de beginfase de zaak wat te opti mistisch bekeken en zijn de kosten nu wat tegengevallen. Het is echter wel zo, dat zeer veel inwoners evenals een aantal deskundige in stellingen het plan bijzonder positief hebben beoordeeld. We kunnen dus na deze presentatie het plan bezwaarlijk terugdraaien. In een eerder stadium de prijs van het plan wat nauwkeuriger inschatten, was natuurlijk wel beter geweest. Zijn fraktie vindt dat niettegenstaande de financiële offers, het plan door moet gaan. Er komt hierdoor een behoorlijke belasting op de toekomst. Een goede kosten bewaking is zonder meer noodzaak. Hiervoor is het nodig om het plan in fasen uit te voeren. Per fase kan dan bezien worden of er kostenoverschrijdingen Zijn. De financiële consequenties van het plan hebben tot gevolg dat de reserve zo ongeveer voor de helft wordt opgesoupeerd. Niettegenstaande de reserve voldoende is, wordt er toch een geldlening opgetrokken. Het is niet iedereen duidelijk waarvoor dit nodig is Samengevat vraagt dhr. Buijsse toelichting m.b.t. de volgende punten: 1) het grote prijsverschil tussen hetgeen is geraamd bij de begroting en hetgeen is onderhavige raadsvoorstel; 2) de eventueel geplande kostenbewaking en de uitvoering van het plan in fasen; 3) een toelichting op de financiële consequenties met name m.b.t. het aantrekken van de geldlening, terwijl de reserves toch voldoende zijn. De voorzitter gaat in op de opmerking van dhr. Verstraeten m.b.t. de afwezigheid van het hoofd gemeentewerken. Aanvankelijk was deze raadsvergadering gepland op 21 maart 1989. Door vertragingen in de besprekingen met de provincie is dit echter 28 maart geworden. Hierdoor kwam bij toeval de vergadering te liggen in de week waarin het hoofd gemeentewerken vakantie gepland had. Het college had hiermee ingestemd, zodat een eventueel verwijt aan het adres van ons college dient te zijn gericht. Wij konden echter het verschuiven van de oorspronkelijke datum ook niet voorzien en voorkomen, omdat we afhankelijk waren van overleg met andere instanties. Het college heeft uiteraard over de punten die nu genoemd zijn overleg gepleegd. Met name het kostenaspect en de bezuinigingsmogelijkheden zijn indringend bekeken en besproken met de provincie.

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1989 | | pagina 12