1
-30-
"De gemeenteraad bijeen in haar vergadering van 10.11.1987 besluit in collegiale
samenwerking met Ossendrecht en Putte over te gaan tot introductie van het
VAM-compostvat en bij gebleken belangstelling over te gaan tot gebruik ervan".
Wethouder Pelzers zegt hierop, dit enigszins prematuur te vinden. Zeer zeker -
zolang het Streekgewest terzake het beleid nog niet heeft uitgestippeld.
De voorzitter stelt een tussenoplossing voor, welke wellicht aan de verlangens
tegemoet komt. De voorzitter zegt toe, dat het college een van de volgende
vergaderingen met een voorstel terzake zal komen. Wij zullen dan alle ins en outs
op een rijtje zetten en het nodige overleg hierover plegen. U kunt dan opnieuw
over deze zaak met ons in discussie treden.
DhrVerstraeten stemt hiermee in en trekt het door hem ingediende amandement
derhalve in.
6. 3e Wijziging van de subsidieverordening plaatselijke verenigingen
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform
het voorstel van het dagelijks bestuur.
7. Krediet in rekening-courant 1988.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het
voorstel van het dagelijks besluit.
8. Onderhoud van de voorzieningengebouwtjes op het woonwagencentrum
Dhr. Verstraeten merkt op, dat de investeringen aangaande de overdracht
van het sloopterrein en standplaatsen op het woonwagenkamp, niet
bepaald gering zijn. In twee raadsvergaderingen werden daar bedragen voor
gevoteerd, n.l. respectievelijk 53.333,-- en 10.500,Wij hebben ons
toen solidair opgesteld met de overige gemeenten.
De voorzitter onderbreekt dhr. Verstraeten en zegt, dat het destijds ging om
de keuze van de methode van afrekening en dat de door dhr. Verstraeten genoemde
bedragen nog niet in de begroting zijn verwerkt. De kosten van de overdracht
worden thans geraamd op 40.000,en de andere bedragen kunnen worden
vergeten. De voorzitter acht deze opmerking op zijn plaats, omdat anders van
een verkeerd vertrekpunt wordt uitgegaan.
Dhr. Verstraeten vervolgt, dat hij toch vast moet stellen, dat het in zijn
totaliteit een hele investering blijft.
Gelet op de huidige toestand van de opstallen is de renovatie onvermijdelijk.
Wij vragen ons daarbij wel of hoe het zover is kunnen komen. Niettegenstaande
door U gesteld wordt, dat het woonwagenschap terzake meer geïnvesteerd heeft
dan men verplicht was, krijgen wij met de liquidatie van het woonwagenschap
toch een flinke rekening gepresenteerd. U stelt zelfs in het voorstel, dat
een niet gering deel van de herstelwerkzaamheden voortkomt uit een niet zorg
vuldig gebruik. U stelt zelfs dat het gebruik beneden alle peil is.
In Uw voorstel geeft U tevens aan, dat de kosten van onzorgvuldigheid verhaald
moeten worden op de gebruikers. De wijze waarop dit dient te geschieden, is
geen eenvoudige zaak. Voor onze fraktie is dit gegeven echter essentieel en
wij vinden het voorstel in deze onvolledig. Onze fraktie kan echter instemmen
met Uw voorstel, wanneer ook de voorwaarden m.b.t. het gebruik geregeld zijn.
Wij denken hierbij aan een gebruiksovereenkomstwaarin in detail opgenomen
wordt wat wordt verstaan onder klein onderhoud en dus voor rekening van de
gebruikers komt. Tevens dient in een dergelijke overeenkomst opgenomen te worden
hoe de verhaalsmogelijkheden geregeld worden. Een dergelijke overeenkomst moet
eerst ondertekend worden alvorens tot renovatie wordt overgegaan. In iedere
andere volgorde betekent het dat er achter de zaken aangelopen wordt.
De C.D.A.-fraktie vraagt zich af, of er verband moet worden gelegd tussen dit
voorstel tot renovatie en het amandement, ingediend in de vergadering van
23 juni 1987 inzake het bodemonderzoek van de sloopterreinen
Belangrijk is ook om te weten wanneer de renovatie gestart wordt, vóór of na de
juridische eigendomsoverdracht van de sloopterreinen en standplaatsen.