a
If
-19-
Na heropening van de vergadering gaat de voorzitter in op de algemene beschouwingen,
voor zover dit nodig is geoordeeld.
De voorzitter dankt de frakties van het Algemeen Belang en C.D.A. voor de bijzonder
vleiende opmerkingen die zijn gemaakt aan het adres van de medewerkers van de
gemeente voor de verzorging en de samenstelling van de begroting.
Openbare orde en veiligheid.
T.a.v. de opmerkingen van het C.D.A. aangaande openbare orde en veiligheid stelt
de voorzitterdat natuurlijk tesamen met andere gemeenten van het Streekgewest
zal worden getracht een zo goed mogelijk rampenplan te realiseren.
Het is een streekgewestelijke taak, omdat calamiteiten zich niet beperken tot
de grens van een gemeente en zal het U duidelijk zijn dat samenwerking noodzaak is.
We zullen hierin de nodige inbreng hebben en onze belangen naar voren brengen.
Regionalisatie streekgewestelijke brandweer.
We hebben in de begroting aangegeven, dat de taken die vroeger van de BB waren
nu toe gaan vallen aan de brandweer. Dit was een gevolg van de intrekking van
de Wet BB. Hieromtrent valt onder meer de rampenbestrijding, zowel in oorlogs
als in vredestijd. De brandweer krijgt dus hier een belangrijke rol.
De streekgewestelijke brandweer is een door samenwerking van gemeenten en gemeen
telijke brandweren tot stand gekomen organisatie. De aan deze organisatie toe
gewezen taken komen uiteraard ook op een lager echelon terecht en dus ook bij
de gemeentelijke vrijwillige brandweer.
Onlangs is de waarschuwings- en verkenningsdienst geformeerd. Ook in het kader van
rampenbestrijding is er wat zicht gekomen op welke personeelsformaties er ge
vormd moeten worden. Bij deze personeelsformaties behoort uiteraard ook een
materiële voorziening. Wij hebben de regionale commandant daarom ook gevraagd ons
te adviseren omtrent de formatie van onze gemeentelijke brandweer, zowel m.b.t.
materieel als personeel. Zodra het antwoord daarop binnen is, zullen wij dit aan
Uw raad voorleggen ter discussie, nadat hieromtrent uiteraard met de plaatselijke
brandweer overleg is gepleegd.
Verkeer en vervoer.
Het fietspad Bergen op Zoom - Huijbergen.
Op 28 oktober j.l. is er bestuurlijk overleg geweest met wethouder v.d. Velden.
We hebben vastgesteld, dat de grontmij praktisch gereed is met het opstellen
van het plan. Enkele details moeten hieraan nog toegevoegd worden en hiervoor
was o.m. dit overleg nodig. Een van de punten die toen aan de orde kwamen, was
de noodzaak om een planologische procedure te voeren van de zijde van Bergen op
Zoom. Planologische procedures worden getoetst aan datgene wat daar gebeurd en
wat daarmee dreigt te verdwijnen en daarmee wordt bedoeld het groen langs de
weg aldaar. Er staan daar nogal wat kostbare eiken enz. Verwijderina hiervan
stuit op natuurwetenschappelijke bezwaren.
Dit onderzoek heeftuitgewezendat er op korte termijn nog een nieuw gesprek
noodzakelijk is. Mogelijk moet het fietspad geheel of ten dele naar de andere
kant van de weg worden overgebracht. Deze zaak zal geen noemenswaardig vertragingen
tot gevolg hebben. Het is en blijft de bedoeling dat het complete plan in januari
1988 gereed is. In de tussentijd zal worden nagegaan van welke instanties er
financiële bijdragen zijn te verwerven en welke demarches ondernomen moeten worden.
Dit is uiteraard een bestuurlijke aangelegenheid. Hieromtrent zal nog een nota
worden opgesteld, welke aan de stukken zal worden toegevoegd, zoals die bij de
gemeente gedeponeerd gaan worden.
In het laatste gesprek is vastgesteld, dat de gemeente Bergen op Zoom minder
zware eisen stelt aan de bijdrage die geleverd moet worden om tot realisering te
komen. De voorzitter denkt zelfs, dat de Wet Uitkeringen Wegen voldoende mogelijk
heden biedt om Bergen op Zoom over de streep te halen. Hier bedoel ik dan een
annuïtaire uitkering op de kapitaalsinvestering op basis van de Wet Uitkeringen
Wegen, die nomaal 50% is, maar door afrondingen (kortingen) is dat zo ongeveer
30% geworden.
De plannen worden echter in januari 1988 aan de gemeenten aangeboden en dit is een
vooruitzicht wat we nog lang niet gehad hebben.
V