11 Wethouder Pelzers zegt dat de C.D.A.-fraktie niet namens de Kloek kan zeggen of ze hier al dan niet aan kunnen voldoen. Dit zal wel duidelijk worden na overleg hierover met het bestuur van de Kloek, waarvan ik t.z.t. nader mede deling zal doen. Dhr. Verstraeten zegt hierop, dat dan het voorstel al is aangenomen en dan kan er niet meer op teruggekomen worden. De voorzitter onderbreekt de discussie en stelt e.e.a. tot de juiste proporties te willen herleiden. Het stichtingsbestuur heeft ons gevraagd om garant te staan voor een geldlening. In een gesprek met genoemd bestuur is gebleken, dat garanderen van de geld lening duurder is dan het zelf verstrekken van een geldlening. Dus wat wij doen is op het verzoek van het bestuur van de Kloek, reageren, handelen, namelijk door hen de middelen te verschaffen, die zij vragen, die ze graag willen hebben en dat is dus het besluit wat nu voorligt. Nogmaals, dan blijkt, dat garanderen duurder is, dan het zelf verstrekken van een geldlening en dat daarom daarvoor gekozen is. Dhr. Verstraeten reageert hierop door vast te stellen dat toch de Kloek de rente en aflossing van de geldlening zal moeten betalen. Of nu de gemeente moet bijspringen ten opzichte van de bankinstelling of het nu afboekt in eigen administratie, het komt toch öp hetzelfde neer en dat is de kern van de zaak. Wethouder Pelzers antwoordt hierop, dat hierover met het bestuur van de Kloek besproken zal worden. Dhr. Verstraeten zegt hierop, dat zijn 2e vraag was of er een rapport van het P.O.N. is m.b.t. de exploitatie en of dit ter inzage verkregen kan worden. Wethouder Pelzers antwoordt hierop, dat er alleen een brief van het P.O.n! is gekomen m.b.t. het haalbaarheidsonderzoek. Dit is een energie-technisch onder zoek, wat vandaag is ingekomen en dit moet uiteraard nog nader bekeken worden. Dit wordt een uitgebreide, dus langdurige zaak en daarmee komt de gehele planning van de renovatie in gevaar. Er kan nu nog niets over gezegd worden en daarom zal ik hierop t.z.t. terug komen. Dhr. Verstraeten vraagt of er wel gesprekken met het P.O.N. zijn geweest. Wethouder Pelzers zegt dat genoemde brief een resultaat is van de gesprekken met het P.O.N. met name met mevrouw Prins van het P.O.N. Er is verder met geen woord over de exploitatie gesproken. DhrVerstraeten vervolgt m.b.t. de renovatie van de Kloek. Volgens hem is het schema van het renoveren, eerst het schilderwerk en daarna het dak en de c.v.-installatieDe vraag is of dit nog lukt voor de winter. Wethouder Pelzers zegt voor te staan dat dit moet lukken. Wanneer we echter eerst dan energie-technisch onderzoek laten verrichten, dan halen we het echter zeker niet en dit zou dus een slechte zaak zijn. De wethouder stelt vast, dat het tot op heden allemaal ontzettend lang duurt, waaraan het gemeentebestuur echter geen schuld heeft en het is allemaal duidelijk in tegenstelling tot wat wij graag hadden willen doen. Het is natuurlijk bezwaar lijk om met werkzaamheden aan te vangen, terwijl er nog adviesaanvragen binnen moeten komen, maar nu de brief er echter is, kan er nu iets gaan gebeuren. Dhr. Verstraeten zegt nog steeds van mening te zijn, dat het m.b.t. het agenda punt moeilijk blijft om ja of nee te zeggen. Dhr. P. Damen zegt, dat hem n.a.v. de vragen van dhr. Verstraeten toch het gevoel bekruipt, dat de wethouder op de stoel is gaan zitten van het bestuur van de Kloek. Ik ben van mening dat zaken als uitvoering van werkzaamheden wel door de gemeente gefinancierd worden maar dat de Kloek als zelfstandige stichting dus in feite zelf verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de werkzaamheden. De vraag dus met betrekking tot de haalbaarheid van e.e.a. moet dus volgens dhr. Damen aan het stichtingsbestuur gesteld worden. T.a.v. <3e geldlening merkt dhr. Damen op, dat hij in het verleden al meerdere malen te kennnen heeft gegeven, dat hij aardig verontrust is over de exploitatie- gegevens. Daarbij heb ik ook opgemerkt, dat het gemeenschapshuis een sociale funktie vervuld en dat daarom ook terecht een beroep kan worden gedaan op ge meenschapsgelden. Er zijn echter wel grenzen en daarom moeten we ons afvragen of instandhouding op langere termijn financieel verantwoord is. Het is daarom goed, dat er wat concrete cijfers zijn, waarop je een bepaalde ver wachting kunt baseren t.a.v. de exploitatie in de komende jaren. i ■■■■■■■HU

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1987 | | pagina 51