-6-
12. Rondvraag.
Dhr. P. Damen stelt vast, dat er conform zijn verzoek in de vorige vergadering
er een keurige besluitenlijst aan de raadsstukken is toegevoegd.
De vraag die nu blijft is natuurlijk of het nog noodzakelijk is om ook nog zeer
uitgebreide notulen aan te houden. Misschien kunnen we ons hier de komende weken
eens over beraden. Het laten vervallen van de uitgebreide notulen zal een be
sparing betekenen van de administratieve rompslomp en werk ter gemeentesecretarie.
De voorzitter vraagt of de frakties deze zaak eens willen bekijken, dan kan
hier later op teruggekomen worden.
Dhr. Damen komt ook nog terug op het adverteren in Zuidwesthoek. Uit navraag is
gebleken, dat het mogelijk is om een contract af te sluiten, zonder verplichte
wekelijkse of maandelijkse reservering. Je kunt in feite op afroep iets laten
plaatsen. De financiële consequenties zijn hem verder niet bekend, maar hier
zou toch nader naar geïnformeerd kunnen worden.
De voorzitter zegt toe dat dit zal gebeuren.
Dhr. Verstraeten vraagt of er iets gedaan kan worden aan de parkeerruimte
bij het gemeentehuis t.b.v. de brandweer. Het blijkt dat er voor de brandweer
garage onvoldoende parkeerruimte is. Bij calamiteiten moet met snel kunnen uit
rukken, dus moet men ook eenvoudig en snel de auto kwijt kunnen.
Met het creëeren van een paar parkeerplaatsen aan de oostzijde van het gemeente
huis kan dit probleem snel opgelost worden.
De voorzitter zegt toe dat dit bekeken zal worden.
Dhr. van Gastel komt terug op het kamperen op de boerderijen. Hieromtrent heeft
hij ook al gesproken in de raadsvergadering van 19 februari 1987.
Met name m.b.t. de kampeerboerderij van dhr. Nelen. Als ik goed ben ingelicht
willen burgemeester en wethouders alleen nog vrijstelling verlenen voor het
kamperen of het erf van de boerderijWat met erf wordt bedoeld is niet erg
duidelijk omschreven. Dhr. van Gastel zou nu graag vernemen wat het college van
B&w verstaat onder erf.
De voorzitter antwoordt hierop, dat de discussie hem bekend is en dat hij hier
persoonlijk met betrokkene over gesproken heeft. Voor de betrokkene zal het geen
problemen opleveren, wanneer hij handelt zoals wij met hem besproken hebben.
Voor wat betreft het begrip "erf" moeten wij verwijzen naar wat de Kampeerwet
zelf hieromtrent zegt: "het terrein, dat aansluit aan de gebouwen van een
agrarisch bedrijf waarvan de tot dan bedrijf behorende woning deel uitmaakt."
In het bestemmingsplan kunnen mogelijkheden zijn of worden opgenomen voor het
kamperen bij de boer binnen agrarische bestemmingen waar bebouwing mogelijk is.
Betrokkene beriep zich in deze op continuering van een recht m.b.t. het kamperen
aldaar in het weiland. Dit gaat echter niet helemaal op, omdat de desbetreffende
vergunningen in het verleden op grond van de Provinciale Kampeerverordening werden
verleend aan de kampeerders en niet aan betrokkene zelf.
Op grond van de nieuwe Kampeerwet geldt echter het overgangsrecht bij het ontbreken
van een wettelijke mogelijkheid c.q. strijd met het bestemmingsplan en dat voor
ziet in een termijn van 3 jaar. De desbetreffende aanvraag van dhr. Nelen is
onlangs in B&W behandeld.
Dhr. van Gastel vraagtof dan alles blijft zoals het was m.b.t. het kamperen of het
erf aldaar.
De voorzitter antwoordt hierop, dat dit inderdaad ongeveer juist is, maar echter
niet volgens de regeling: kamperen bij de boer, maar op grond van een andere
bepaling van de Kampeerwet, waarbij het toegestaan is om 5 tenten of 3 toeristische
kampeermiddelen 2 tenten gedurende 6 weken per jaar toe te laten, mits het
bestemmingsplan zich hiertegen niet verzet.
Dhr. van Gastel antwoordt hierop, dat de fam. Nelen de termijn van 6 weken te
kort vindt.
De voorzitter antwoordt hierop, dat er deze week een gesprek is geweest met de
fam. Nelen en dat deze helemaal akkoord zijn gegaan met de voorgestelde regeling.
Dhr. van Gastel zegt dat daar al meer dan 40 jaar gekampeerd wordt. Er moet toch
een mogelijkheid zijn om aan dhr. Nelen een nieuwe vergunning af te geven.
De voorzitter antwoordt hierop, dat in het bestemmingsplan Buitengebied is opge
nomen, dat op plaatsen waar vanuit het verleden altijd het kamperen plaatsvond,
dit te continueren.