-3- In dit verband is er echter wel een toezegging door wethouder van der Velden gedaan in de commissievergadering van medio januari. Het betrof hier zeer na drukkelijk 3 toezeggingen: 1) het fietspad Bergen op Zoom-Huijbergen wordt gerealiseerd; 2) de behandeling voor de beschikbaarstelling voor het krediet komt in de gemeente raadsvergadering van maart; 3) het opstarten van de werkzaamheden vindt plaats medio september/oktober 1987. Dhr. Verstraeten vraagt zich af of het niet zinvol is om nogmaals vanuit de raad van Huijbergen een brief aan het college van B&W van Bergen op Zoom te schrijven, waarin een korte opsomming van de punten, die tot op heden de revue gepasseerd zijn en met het nadrukkelijke verzoek om de gedane toezeggingen ten uitvoer te brengen. De voorzitter antwoordt op de vraag m.b.t. punt 2, m.b.t. persbericht van V.R.O.M. dat de brief destijds naar het Ministerie van W.V.C. werd gestuurd. Wij hebben aan V.R.O.M. gevraagd de behandeling hiervan over te nemen. Ongeveer een jaar geleden hebben wij schriftelijk aan W.V.C. gevraagd om in dit gebied een meetpunt op te stellen. V.R.O.M. schrijft hier nu over het bereiken van overeenstemming m.b.t. nucleaire veiligheid. Er is een dezer dagen ook een brief ontvangen van het Streekgewestwaarin ver meld staat, dat het Streekgewest zal worden uitgerust met meetapparatuur. Het is niet hetzelfde wat wij toen bedoeld hebben, maar het is wel een aktie en een aktiviteit, die voortvloeit uit de bezorgdheid die er gerezen is in dit gebied en ik denk ook dat dit zeer terecht is Recentelijk hebben wij dus aan V.R.O.M. gevraagd om de beantwoording van de brief van W.V.C. over te nemen. Op 1 juni a.s. is de eerstvolgende streek B&W-vergadering en wij zullen dit agendapunt opnieuw opvoeren. M.b.t. punt 7, fietspad Bergen op Zoom-Huijbergen, antwoordt de voorzitter als volgt. De brief van 24 maart 1987, daar staat in, dat het college van Bergen op Zoom er vanuit gaat, dat de kosten door onze gemeente en door de gemeente Bergen op Zoom worden gedragen en dat door de tussenkomst van het Streekgewest een subsidie wordt verkegen. De medewerking zeggen ze in principe toe, maar die ze vervolgens clau suleren met de voorwaarde van subsidieverlening. Op dit punt - en dat is zeker niet nieuw - werden problemen voorzien. Met name betreft het hier nu niet direct een weg, die puur en alleen op recreatief terrein gebruikt wordt, maar zoals dat mooi heet betreft het hier een ulitaire weg. Dit is nu mogelijk opnieuw het struikelblok, n.l. dat de subsidie afhankelijk wordt gesteld van het recreatief gebruik van de weg in overgrote mate. Dit is dan ook het voorbehoud dat het Streekgewest nu maakt en waarop en waarom Bergen op Zoom in feite gereageerd heeft door te zeggen, dat de subsidie veilig gesteld moet worden. Hiermede zeggen ze precies hetzelfde wat ze altijd al gezegd hebben en wat ook nog eens in deze brief staat. Ik wil hiermee niet zeggen, dat we dit correct, juist of fijn vinden, maar integen deel, we zijn hier niet gelukkig mee, maar zoals ze het nu formuleren, zo hebben ze dat altijd al gedaan. U kunt er echter zeker van zijn, dat we hierover opnieuw met Bergen op Zoom in gesprek zullen gaan. Dhr. Verstraeten zou concreet willen weten, of er nu wel of geen subsidiemogelijk heden zijn. In de laatste alinea van bedoelde brief wordt toch zeer nadrukkelijk gesteld, dat begonnen wordt met het gereed maken van een besteksklaar plan. Dhr. Verstraeten vraagt zich af of hij dat dan toch goed leest. De voorzitter antwoordt hierop, dat dit laatste niet in discussie is. In discussie is wel of het fietspad nu al aangelegd gaat worden gezien het feit dat toekenning van de subsidie twijfelachtig is. Zo lang Bergen op Zoom niet de garantie heeft voor 75% subsidie wordt niet tot aanleg overgegaan of besloten tot aanleg. We zullen opnieuw aan Bergen op Zoom vragen, met inachtneming van wat hier in de raad is gezegd, om ook met het maken van een besteksklaar plan haast te maken.

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1987 | | pagina 24