-31- Dhr. P. Damen stelt hierop in de algemene beschouwing reeds ingegaan te zijn. Dhr. Damen is het met de C.D.A.-fraktie eens, dat naast het onderhoud dat er verricht moet worden, er duidelijk vastgesteld moet worden welk onderhoud voor wiens rekening komt. Daarnaast dient te worden aangegeven op welke wijze en hoe freqent er toezicht gaat worden uitgeoefend op het gebruik van de voorzieningen gebouwtjes. De voorzitter antwoordt hierop, dat eerst nu is geconstateerd op welke wijze de gebouwtjes zijn gebruikt. Het is niet zo dat de nodige herstelwerkzaamheden alleen een gevolg zijn van slecht gebruik. De gebouwtjes zijn zeer onderhoudsgevoelia en daarnaast is er een groot verloop geweest onder de gebruikers. Een gebruiksovereenkomstwaarin opgenomen de gebruikelijke bepalingen van een huurovereenkomst wordt reeds sedert jaren gebezigd. Terzake de rechten en plichten van de huurder is ook hier normaal het Burgerlijk Wetboek van toepassing. Wij zijn uiteraard voornemens nauwlettend toe te zien op het gebruik van de ge bouwtjes, evenals dit het geval is voor woningwetwoningen. De onderhoudsplanning heeft U kunnen inzien en na herstel kunnen we spreken van een nieuwe start. Wij zijn voornemens tesamen met een aantal andere gemeenten een overeenkomst af te sluiten met de gemeente Bergen op Zoom. Er zal dan een beheerder worden benoemd die namens de verschillende gemeenten zal optreden. Het zal iemand worden met de nodige ervaring op dit terrein. Dit geeft ons het vertrouwen, dat er in de toe komst een aantal zaken in positieve zin zullen veranderen, met name voor wat be treft het gebruik van de gebouwtjes. Mevrouw v.d. Elshout zegt te hebben begrepen dat het woonwagenkamp verplaatst gaat worden. De voorzitter antwoordt hierop dat zij dat onjuist begrepen heeft. Dit is alleen het geval voor het sloopterrein. Dhr. Verstraeten zegt dat het college op dezelfde lijn zit als die van zijn fraktie. Het heeft allemaal onze zorg. Het Burgerlijk Wetboek is van toepassing met al zijn bepalingen. Interpretatie is echter altijd moeilijk en in dit geval is het wenselijk om gedetailleerd weer te geven wat nu onder klein onderhoud verstaan wordt. Dit kan mogelijke een heleboel discussies en problemen voorkomen. De voorzitter antwoordt hierop, dat deze week een brief is ontvangen van het woonwagenschap inzake de overdracht van het woonwagencentrum in relatie tot eventuele bodemverontreiniging aldaar. Deze brief is nog niet behandeld door het college van B&WHet woonwagenschap wijst erop, dat de vervuiler in feite verantwoordelijk is en dat het sloopterrein reeds als zodanig in gebruik was, voordat zij er de verantwoording voor kregen. Hiermee distanciëren zij zich van de verantwoordelijk heid t.a.v. een eventuele bodemverontreiniging. Het is ook zo, dat de wet bepaald, wie er verantwoordelijk is, in dit geval is dat de vervuiler. Het zou dan wel eens zo kunnen zijn, dat de gemeente en de provincie voor de kosten opdraaien. Helaas ligt deze zaak niet anders. Na deze beraadslaging besluit de raad zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van het dagelijks bestuur. 9. Procedure-verordening Sociale Zekerheid. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het voorstel van het dagelijks bestuur. 10. Afwikkeling rijksbijdrage alfabetisering 1986. Zonder hoofdelijke stemming en zonder beraadslaging besluit de raad conform het voorstel van het dagelijks bestuur. 4

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1987 | | pagina 100