tiet x: TO lÊtV (leorfbiuS ist •ïv.ii ïerf j *en»»X3vt 4. Aanpassing begroting 1984. De heer van Aert zegt n.a.v. het punt: onderhoud brandweergarage, het wel een beetje vreemd te vinden, dat er nu ineens een lek is en vraagt zich af of difc werk nu ineens zo hard nodig is. Hij zegt daarover met verschillende mensen gesproken te hebben en zegt te betwijfelen of dit werk eigenlijk al in het plan staat. Zijns inziens is een spoedig herstel van de dakbedekking op de Kloek veel harder nodig. De voorzitter antwoordt hierop, dat dit wel nodig is en dat het een het ander niet uit hoeft te sluiten. Wanneer een inspectie heeft uitgewezen, dat er blaarvormmg optreedt en dat ook door de heer van Aert werd geconstateerd, dat er een lekkage is geweest, dan kan dit wel een symptoom zijn voor het optreden van meer lekkages en dan kun je je afvragen, of dan het gehele dak niet zo ver is, dat het eens een keer aan een onderhoudsbeurt toe is. Een inspectie van een onafhankelijk bedrijf heeft uitgewezen, dat er door die blaasvorming allerlei lekkages zullen ontstaan en verder, dat de bliksemafleiders en lichtkoepels verwijderd en weer teruggeplaatst moeten worden. De kosten van dit werk ad. 8.532,met nog wat kosten van renovatie, worden op f. 10.000,— geraamd. Wat de inkomsten betreft zegt de voor zitter, dat er een herberekening heeft plaatsgevonden, welke op 10 oktober j.l. door Gedeputeerde Staten aan het dagelijks bestuur werd medegedeeld. En om te voorkomen in de toekomst weer nieuwe kapitaalslasten voor rekening van de gemeente te nemen wordt voorgesteld deze uitgave (omdat er thans een toevallige bate beschikbaar komt) ten laste van de dienst 1984 te nemen. Want het isniet mogel j datgene, wat in 1984 binnenkomt naar een volgend jaar over te heveleri; dit moet dan in 1984 benut worden. Op een vraag van de heer van Aert, hoe deze uitgave begroot zou zijn als deze oe- vallige bate nu eens niet beschikbaar had gekomen, antwoordt de voorzitter, dat het dan bij de begroting 1985 meegenomen had moeten worden. De heer van Aert zegt verder uit de stukken begrepen te hebben, dat er geen plaatselijke aannemer bij dit werk betrokken is geweest. Hij vraagt, waarom dit niet is gebeurd. Met de plaatselijke aannemer heeft hij hierover een gesprek gehad en ook hen bevreemdde het, dat zij hierbij niet waren betrokken. Ook zij maken veel gebouwen met een plat dak, dus dit behoeft voor hen geen probleem te zijn. De voorzitter antwoordt hierop, dat - omdat het hier een gespecialiseerde aange legenheid betreft - er een bedrijf bij werd betrokken, wat gespecialiseerd is in dit soort zaken een mastiekdakdekkerbedrijf dus, en daar is prijsopgave aan gevraagd. Het dagelijks bestuur heeft n.l. gemeend, vanuit dus een verantwoordelijk heid voor de aflevering van een goed en deugdelijk werk, hiervoor een bedrijf uit te nodigen, dat is aangesloten bij een overkoepelend orgaan, dat deze mastiekdaken gedurende een periode van b.v. 10 jaar garandeert. Dit bedrijf is daarbij in tegenstelling tot de bedrijven van de plaatselijke aan nemers, aangesloten bij Vebidak en betalen daartoe ook een premie. Mocht het bedrijf failliet gaan, dan staat die overkoepelende organisatie in voor de garantie die dat bedrijf geeft. Na deze beraadslaging besluit de raad zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van het dagelijks bestuur. 5. Aanbieding gemeenterekening en rekening grondbedrijf 1982. De heer Buijsse merkt op, dat de commissie van onderzoek inzake enkele vorderingen, welke nog op 3 mensen rusten, voorstelt deze vorderingen eventueel af te schrijven, omdat deze toch niet inbaar blijken te zijn. Eenzelfde aantekening werd ook in het vorige rapport van de commissie reeds gemaakt. Ten aanzien van de le persoon werd intussen van het Waarborgfonds het antwoord ontvangen, dat zij geen aansprakelijkheid erkennen, omdat die verzekerd zou zijn. Hij vraagt waarom dit dan niet bij de verzekering te verhalen is. De 2e persoon zou spoorloos verdwenen zijn. De voorzitter antwoordt hierop, dat, wanneer de dader bekend is, wel kan worden nagegaan of iemand verzekerd is. De verzekering van betrokkene wordt dan aange sproken. In deze beide gevallen leverde dit moeilijkheden op, omdat het in het ene geval een buitenlander betrof en in het andere geval de dader onverzekerd bleek, te zijn. I 3 -Xt

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1984 | | pagina 47