c* -5- Inzake het exploitatietekort zegt de heer Pelzers, dat deze exploitatie tot 1980 wel kostendekkend bleek te zijn. Omdat "het voor zijn tijd" was, zegt hij niet precies te weten, wat er zich toen heeft voorgedaan. Hij meent te weten, dat er een andere beheerder is gekomen en hij kan zich voorstellen, dat de persoon van een beheerder invloed kan hebben op wat er in zo'n gemeenschapshuis reilt en zeilt (dit is niet persoonlijk bedoeld, maar in het algemeen gezegd) Er wordt verder gezegd, dat doorneming van de inkomsten en uitgaven geen verdere mogelijkheden bleek te bieden. Daarop zegt de heer Pelzers, dat het toch wel erg plezierig zou zijn als de raadsleden enig inzicht daarin hadden. Er zit bij de stukken slechts een eenvoudige opsomming en daar komen toch wel wat vraagtekens uit voort. Bij vraagt zich af, of aan deze cijfers niet iets verbeterd zou kunnen worden De heer Pelzers heeft het tenslotte over de regeling van de subsidie zelf, waar bij er 2 elementen zijn, n.l. de algemene en variabele kosten. Tegen het dekken van verlies op de exploitatie van het gebouw, zegt de heer Pel zers geen moeite te hebben; niet met een bepaald bedrag, maar gewoon met het be drag, dat men daarop te kort komt. En wat er daarna nog aan tekorten rest, daar zou z.i. over te praten zijn, hoe dat moet worden opgelost. De heer Pelzers zegt het vorenstaande te zullen vervatten in een voorstel, in houdende, dat we eerst die inkomsten en uitgaven eens kritisch gaan bekijken, hetzij door een commissie uit de raad, daarbij geholpen, liefst door een exploi— tatiedeskundige of door een bepaalde instantie, die daarvoor in aanmerking komt. Verder zegt hij deze subsidieregeling te willen splitsen in een tegemoetkoming in de variabele kosten en dan een onderdeel naar een andere ratio, na overleg, op grond van de bevindingen van de genoemde commissie» Het zou verder misschien aanbeveling verdienen om oriënterend te bezien of er verdere gebruiksmogelijk heden in zitten, zonder dat daarbij aan de concurentievoorwaarden afbreuk wordt gedaan. Indien we dit bovenstaande willen doen, zitten we slechts met die in voeringsdatum van 1 januari 1984, welke dan later zou moeten zijn. De heer van Gastel zegt, dat het grote onderhoud van die f. 30.000,zo snel mogelijk moet gebeuren en dat het dagelijks bestuur met een voorstel moet komen om dit zo snel mogelijk te laten doen. Naar zijn oordeel zal ieder uitstel geld gaan kosten. De heer Buijsse zegt aangaande dit voorstel nog het navolgende te willen opmerken. Jarenlang heeft het. gemeenschapshuis goed gedraaid en zich zelfstandig kunnen bedruipen; de laatste jaren is het echter steeds achteruitgegaan. Zijn er oor- zaken hier voor aan te wijzen? Hij zegt er enkele te willen noemen: 1. de teruggang van de economie, waardoor veel mensen minder te besteden hebben; 2. het ontstaan van en de concurentie van andere gelegenheden, waar ontspanning gezocht kan worden, als de feestzalen/zaaltjes bij de plaatselijke café's, tennis- en voetbalkantine, de manege en Ste. Marie; 3. oorzaken die bij de Kloek zelf te vinden zijn. In verband met dit laatste punt, vraagt hij, of de bruto winst wel voldoende is; volgens hem is deze aan de zeer lage kant. De prijzen zijn echter gelijk aan die van de plaatselijke café's. Misschien moet er nauwkeuriger gewerkt worden en dient er op gelet te worden, dat er geen dranken gratis of tegen inkoopsprijzen worden verstrekt. Verder vraagt hij zich af of de inzet van de beheerster en het bestuur voldoende is. In de eerste jaren bruiste het van aktiviteiten met veel bruiloften en soozen. Van deze laatste 2 is bijna niets meer over en hij vraagt zich dan ook af, of die achteruitgang alleen te wijten is aan de concurentie af mede aan de wijze waarop de laatste jaren de Kloek gedreven wordt. In het voorjaar heeft het bestuur van de Stichting gesprekken gehad met de be sturen van de verenigingen, voor het aanhoren van klachten en suggesties. Er is daar een goed gebruik van gemaakt, doch tot op heden heeft het bestuur z.i. hier niets mee gedaan. Het wordt tijd, dat het bestuur er aan gaat werken om weer levendige aktiviteiten in de Kloek te krijgen. Tot slot zegt de heer Buijsse te vrezen, dat - gezien de steeds slechter wordende resultaten - bij onveranderd beleid, het bedrag van 10.000,reeds in 1985 zal worden overschreden. Hij hoopt, dat bij een zorgvuldige aanpak door degenen, die de Kloek leiden, deze teruggang tot stilstand wordt gebracht en een nieuwe bloeiperiode mag aanbreken.

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1984 | | pagina 37