-4-
3o Ingekomen stukken
De heer Pelzers zegt, dat onder punt i staat genoemd, een brief van de Stichting
Gemeenschapstaken. Hij zegt echt een beetje huiverig te zijn als het om de in
die brief genoemde soort zaken gaat. In een publicatie wordt gewag gemaakt van
een opnieuw bekijken en blijkbaar zijn er mensen, die daar weer hoop uit putten»
De voorzitter antwoordt hierop, dat dit een publicatie is van de gemeente Woens-
drecht en niet van Huijbergen» Het is dus geen toezegging van Huijbergen.
De brief werd bij de ingekomen stukken vermeld om de mogelijkheid te geven
daarvan te spreken, als U daar aanleiding in vindto
Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad
deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.
4o Afvalverwijdering
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het
voorstel van het dagelijks bestuur.
5. Ie Wijziging subsidieverordening plaatselijke verenigingen.
Ter nadere toelichting deelt de voorzitter nog mede, dat dit een uitvloeisel is
van hetgeen bij de aan de begroting voorafgaande nota werd opgemerkt, als zijnde
zaken die, zonder dat het bestaansrecht vein een vereniging in gevaar wordt ge
bracht, geschrapt kunnen worden, omdat wij in de huidige omstandigheden ook tot
bezuiniging zullen moeten komen.
De heer Pelzers zegt het in principe natuurlijk eens te zijn met de strekking van
dit voorstel. Hij wil echter vragen om in bijzonder te motiveren gevallen de
mogelijkheid open te laten tot de toekenning van een subsidie.
De voorzitter aantwoordt hierop, dat dit uiteraard kan. Want het is de bevoegd
heid van Uw raad op een terzake ingekomen verzoek van een vereniging een posi
tieve beslissing te nemen, zelfs al zou het advies van het dagelijks bestuur
negatief zijn.
Na deze beraadslaging besluit de raad zonder hoofdelijke stemming conform het
voorstel van het dagelijks bestuur.
6. Subsidie Stichting Gemeenschapshuis De Kloek.
De voorzitter geeft nog een korte toelichting op dit wel uitvoerige voorstel van
het dagelijks bestuur. We willen trachten, zo zegt de voorzitter, met wederzijdse
medewerking voor een aantal jaren en voorlopig voor een periode van 5 jaar, wat
stabiliteit in de subsidiëring van het gemeenschapshuis te brengen en daarbij
ook de zelfstandigheid van de Stichting te bevorderen. Er wordt daarbij uitgegaan
om wat stimulerend te werken en als extra activiteiten ontwikkeld kunnen worden
deze subsidie - uiteraard met een maximum - wat groter te doen zijn. Daarbij
dus mogelijkheden gevend en voorkomende, dat er dus op de gemeente weer opnieuw
een beroep moet worden gedaan op voorzieningen in de kapitaalssfeer.
Op een verantwoorde wijze kunnen dan door de Stichting de gewenste reserveringen
worden gedaan, die dan wel in overeenstemming moeten zijn met de gedachten, die
daarover door het dagelijks bestuur worden gegeven.
De heer Pelzers gaat zeer uitvoerig op dit voorstel in en zegt, dat we het er
allemaal over eens zijn, dat het gemeenschapshuis alhier een bepaalde taak vervult
en dat dat dus moet blijven. Dit betekent dan ook, dat we het aanvaardbaar vinden,
dat, wanneer de exploitatie niet kostendekkend kan gebeuren, er een bijdrage door
de gemeente of gemeenschap wordt gegeven. Vanaf 1980 zoeken we terzake reeds naar
een regeling; spreker zegt eerlijk te moeten toegeven dat hij het dagelijks bestuur
enige creativiteit in deze niet kan ontzeggen; hij weet niet of het voorstel uniek
is, maar wel opmerkelijk, want hoe breder het gaat, hoe meer subsidie men krijgt.
"Stimuleren", zegt de heer Pelzers, vindt hij heel mooi en heel belangrijk, maar
je moet wel weten, wie of wat je stimuleert en of het werkt. Er moet daarbij wel
een belang zijn. Twijfels zegt hij te hebben over de vraag, of die stimulering
op de voorgestelde manier zal werken.