-19-
Spreker noemt in dit verband nog de aktiviteiten van de werkgroep W.W.H.die naar
zijn oordeel een grote invloed hebben op het beleid van het dagelijks bestuur.
Als die plannen dan toch al in een behoorlijk stadium van ontwikkeling zijn kan dat
z.i. best eerder naar voren gebracht worden. Naar zijn oordeel steekt daar niets
kwaads in.
De heer Pelzers spreekt er over, dat het niet het probleem is dat de raadsleden
hier hun tijd niet in willen steken, mits birinen redelijke grenzen. Hij moet hier
bij geen moeilijkheden krijgen met zijn werkgever, anders heeft hij toch te maken
met een sterke teruggang van inkomsten. Soms is hulp van derden nodig en het pro
bleem is dan wel eens dat die derden n.l. niet altijd oproepbaar zijn.
Over de aanleg van een fietspad naar Bergen op Zoom en Wouw zegt de heer Pelzers,
dat dit inderdaad noodzakelijk is. Er zijn z.i. blijkbare nieuwe feiten en hij ver
wacht dat het raadsbesluit misschien moet worden herzien.
De voorzitter verzoekt deze te noemen.
De heer Pelzers dringt er op aan terzake nog meer druk uit te oefenen ter realisering
van dit plan.
Inzake de fietspaden Weg naar Wouw meent de heer Pelzers, omdat er toch al toe
zeggingen zijn gedaan door de Provincie, dit plan moeilijk is terug te draaien;
hij verwijst naar een motie die in de raad van de gemeente Wouw over dit onderwerp
is aangenomen. Hij erkent dat het fietspad langs de Moerkantsebaan meer urgentie
heeft, omdat er daar teveel ongelukken gebeuren en daarom graag de inspanning van
het gemeentebestuur.
Inzake het kabelsysteem zegt de heer Pelzersdat het zelfstandig aanstralen inder
daad wat duur is; hij zegt dat de pogingen van de voorzitter dezelfde kant uitgaan
als waar wij aan denken en zegt dit dan ook te willen bezien. Het verdient in
ieder geval ons aller aandacht.
Spreker zegt het eens te zijn met het standpunt van het gemeentebestuur; de exploi
tatie van de gronden aan de Demerstraat heeft vorrang vóór het Handekenskruid,
maar misschien kun je het een doen en het ander niet laten.
Rest hem nog de aanleg van het voetpad Hollandseweg; nogmaals zegt hij mede gepleit
te hebben voor uitstel, doch, wanneer dit onontkoombaar is, het andere stuk erbij
te nemen.
Tot slot zegt de heer Pelzers de voorzitter erkentelijk te zijn voor de aandacht
die hij voor de minderheid heeft en zelfs concessies doet, hetgeen z.i. meer moet
gebeuren, zodat we met onze voorstellen daar rekening mee kunnen houden.
De heer van Aert zegt inzake de bezuinigingen maar aan te nemen dat de voorstellen
daartoe door het Rijk iets te laat zijn ingediend. Hij neemt echter aan, dat die
toch wel zagen aankomen, dat er bezuindigd moest worden.
Inzake een spoedige bouw/inrichting van een kantine voor het personeel van de buiten
dienst en brandweerlieden zegt de heer vein Aert, dat de brandweer zelf reeds voor
een aanrecht gezorgd hebben en ook bereid zijn om die zelf te plaatsen.
Hij zegt dit namens de brandweer en de gemeentewerkers van de gemeente naar voren
te brengen.
Over de verbetering van de waterloop zegt de heer van Aert, dat het allemaal gewel
dig lang duurt. Het geduld van de mensen, die destijds hun handtekening op een brief
gezet hebben, raakt echter op en er wordt al over gesproken om het in samenspraak
gezamenlijk op te lossen.
De heer van Aert zegt gepleit te hebben voor doortrekking van het voetpad Hollandse-
weg naar de Schoeliebergseweg. Hij zegt eens in de gaten gehouden te hebben hoeveel
mensen daar gaan wandelen. En op die grond zegt hij van standpunt te zijn veranderd
en heeft dit plan bij hem geen hoge prioriteit meer.
Volgens spreker zou de provinciale vergunning van de parallelweg van de Westerstraat
nog niet zijn afgegeven; hoewel er toch al aan begonnen is; hij zegt dit vernomen
te hebben van een provinciaal medewerker.
4