m !»o 4til»coöa< dsrf nis... ftp®o' -18- Een aantal zaken, welke de heer Buijsse naar voren bracht zijn aan te merken als een positieve reactie op het voornemen van het dagelijks bestuur. De positieve opstelling van de fractie wordt door de voorzitter dan ook in dank aanvaard. U wordt ook op Uw wenken bediend, zo zegt de voorzitter, wanneer U vraagt om een nieuw systeem van inrichting van de begroting, in 1985 al komt die er. De voorzitter wijst erop dat het huidige begrgtingsmodelde inkomsten en uitgaven precies tegenover elkaar zet. Dat in tegenstelling met de daarbij behorende toe lichting. Als dat mede zou gebeuren, dan zou dat een enorme papierverspilling betekenen. De voorzitter meent hierbij iedereen zoveel mogelijk recht gedaan te hebben en geeft de raadsleden in een 2e ronde graag het woord. De heer Pelzers moet toegeven, dat de voorzitter echt zijn best heeft gedaan om de gestelde punten te beantwoorden, maar verwondert er zich over dat de voorzitter ergens niet begreep, waar hij het over had. De voorzitter interumpeert de heer Pelzers en zegt, dat deze soms niet erg concreet was, het wel een goed verhaal is, maar in zijn relatie tot de behandeling van de begroting van deze gemeente niet "to the point" komt. De heer Pelzers gaat dan verder en zegt, dat de hele inhoud van zijn verhaal is, dat je de tering naar de nering moet zetten en dat betekent domweg, dat, als je geen geld hebt, je ook niets kunt uitgeven. Spreker gaat hier langdurig op in en noemt de W.W.V.-er, van wie zijn inkomen teruggaat en gedwongen wordt zijn auto of huis te verkopen. Hij zegt, dat de gemeente - en ook het hele land - zich nu in eenzelfde situatie bevindt. En om dan zaken in stand te houden móet je de tering naar de nering zetten. Als voorbeeld hiervan noemt de heer Pelzers de plaatselijke bibliotheek, een zeer nuttige en zelfs nood zakelijke instelling. Hij vraagt zich af of je die als kleine gemeente zelfstandig kan handhaven, gezien de niet onaanzienlijke kosten'; of moet je met meerdere kleine gemeenten samen een grotere bibliotheek maken. Bovendien moet je je afvragen, of dit wel gratis moet zijn. Het is eigenlijk te goedkoop en het vragen van een bijdrage in de kosten is niet verwerpelijk. De heer Pelzers noemt nog enkele voor beelden, zoals het Openbaar Vervoer, maar dat is niet specifiek op gemeentelijk niveau. Verder het schoolzwemmen. Spreker zegt daarna niet het structurele karakter van de belastingen te hebben aan gevochten, doch alleen de onontkoombaarheid daarvan te hebben gerelativeerd. Het profijtbeginsel werd door de voorzitter genoemd bij de toeristenbelasting; z.i. niet de gelukkigste plaats om dit hier te noemen. Wanneer de voorzitter spreekt over regionalisatie (samenwerkingsgedachte)dan denkt de heer Pelzers dat tot nu toe bezuinigingen niet het doel van die samenwerking zijn geweest. Hij denkt dat meer het doel geweest moet zijn, het verbetering of verhogen van het voorzieningenniveau. Naar zijn oordeel dient met duidelijke vooropgezette doelstelling tot samenwerking worden overgegaan; kostenbesparing moet daarbij mede het uitgangspunt zijn. Voorbeelden daarvan zijn de gemeente-reiniging en het samengaan op het gebied van openbare werken, en niet zo kostenbesparend de extra brandweerauto, daarmee kom je natuurlijk altijd duurder uit. De heer Pelzers spreekt hierna over het absolute minimum van het basispakket Gezondheidszorg. Over het begrip "absoluut minimum" kan ook weer lang gediscussieerd worden; je kunt je daarbij afvragen of bijv. logopedie daartoe behoort. Volgens spreker is het uitgangspunt ook hier niet kostenbesparing, maar niveauvoorzieningen geweest. Volgens de heer Pelzers is het Afvalstoffenplan volgens een geheel nieuwe wet een heel ander verhaal; er komen dus kosten, die er tot op heden niet waren. Inzake de besluitvorming zegt de heer Pelzers het met de voorzitter eens te zijn, dat hier volledig aan de eisen van de wet wordt voldaan, en zelfs meer dan dat. Het gemeentelijk streven moet echter niet alleen zijn te voldoen aan de wettelijke eisen, maar te proberen om de besluitvorming zo doorzichtig en verantwoord mogelijk te doen plaats vinden. Alle lof spreekt de heer Pelzers uit over de volledigheid van>aLle stukken en de tijdige toezending daarvan. Maar toch kan het in sommige gevallen zo zijn, dat een eerdere aanbieding de voorkeur verdient. Hij spreekt in dit verband over "bijna-feiten" en plannen, waarvan je je dan afvraagt: Had dit niet wat eerder gebracht kunnen worden?

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1983 | | pagina 74