AO r O -14- De algemene tendens, die wij in de begroting vinden is het afbreken van de kapitaals- lasten en het opbouwen van reserves, waaruit in de toekomst grote werken bekostigd kunnen worden. Op deze wijze bereikt men, dat grote uitgaven, zoals het vernieuwen van het wegdek van een gehele straat niet meer drukt op de jaren nadat het is ge beurd, doch dat dit werk voor het grootste gedeelte of geheel wordt bekostigd uit een spaarpot. Wat dat betreft keren wij weer terug naar oude tijden, waarin men vaak eerst spaarde voordat je het kocht. Veel economen vinden nog steeds dat de juiste methode is, de inkomsten en uitgaven met elkaar in evenwicht te houden en alleen schuld maken, indien men investeringen doet, die voldoende rendement op leveren om de financieringskosten te dekken. Wij als fraktie Algemeen Belang stellen het op prijs dat door U de methode van niet- aangaan van nieuwe kapitaalslasten doch het vormen van reserves wordt gevolgd. Op deze wijze leggen wij geen nieuwe misschien ondraaglijke lasten op de toekomstige jaren.Een suggestie die wij B en W zouden willen geven is, te onderzoeken of het mogelijk is de begroting zo in te richten, dat de ontvangsten en daarmede verband houdende uitgaven naast elkaar te zien zijn. Dit kan bijvoorbeeld door de bladzijden waarop de ontvangsten staan niet links doch rechts te perforeren en bladzijden zo te nummeren en de tekst aldus te verdelen dat dit ongeveer benaderd wordt. Wij zien, dat de posten 1207.00 inkomsten, terzake van bijstand aan in inrichtingen verblijvende personen en 12.09.00, rijksgroepsregelingen werkloze werknemers, tegenover de daarop betrekking hebbende uitgaven, t.w. 1438.00 en 1440.00 een stijging te zien geven ten laste van de gemeente. De ene post gaat van f. 22.500, naar 32.000,en de andere post van 20.000,naar 30.000, Samen leggen deze posten voor 12.500,meer beslag op de begroting. Zoals het er nu naar uitziet zal deze tendens in 1984 en misschien de komende jaren verder voortzetten. Haast het veelal persoonlijk leed dat de mensen treft, wanneer zij afhankelijk worden van gemeenschapsgeld zal deze ontwikkeling waarschijnlijk een steeds groter deel van de begroting opslokken. Weliswaar heeft de minister toegezegd, dat dit probleem onderkend wordt en tot verhoging van de uitkering uit het gemeentefonds zal leiden. Hoeveel en wanneer is echter nog een vraag. Wij mogen ons daar nu nog niet blij mee maken en moeten ons er niet te veel van voorstellen gezien de ontwikkelingen de laatste tijd. Post 1243.00. Zoals in punt 8 van de agenda al aan da orde is geweest steunt onze fraktie de invoering van de toeristenbelasting. De opbrengst hiervan korrtonze gemeenschap ten goede. Een gemeenschap, die ook kosten maakt ten behoeve van degenen, die deze belasting gaan betalen. Wel willen wij nogmaals onder Uw aandacht brengen, dat degenen die nu reeds afspraken hebben gemaakt met kampeergroepen voor het komende seizoen klem zitten tussen enerzijds de eisen van deze belasting en anderzijds de afspraak die zij met de kampeerders hebben gemaakt. Niemand van de raad heeft dit probleem onderkend. Pas de afgelopen week is dit naar voren gekomen toen belanghebbenden zich dit gingen realiseren. Wij zouden U willen voorstellen, indien gemaakte af spraken aangetoond of aannemelijk gemaakt kunnen worden bijv. nu de afsprakenkalender voor het volgend seizoen te overleggen voor de reeds gemaakte afspraken de regeling voor dit seizoen te versoepelen. Mogelijk kan een tekort dat hierdoor ontstaat gedekt worden door de verbetering betreffende de aanplantingen gepland voor 1984 in de BergsestraatWesterstraat, die in de beleidsvoornemens 1984 worden voorgesteld. Post 1245.00 en 1247.00, de onroerend-goedbelasting. De 3% verhoging geeft voor de gebruikers een verhoging te zien ad. 2.441,en voor de eigenaars ad. 3.212,in totaal 5.653, In samenhang met de toeristenbelasting valt op te merken, dat ook wij ons steentje bijdragen. De toeristenbelasting wordt geheven gedurende een korte periode in het jaar maar van zeer veel mensen, terwijl de onroerend-goedbelasting wordt geheven van misschien 600 a 700 mensen, die hier het gehele jaar wonen of onroerend-goed bezitten. Indien men de toeristenbelasting niet wil, dan blijft öf bezuinigingen op uitgaven over óf het verhogen van onroerend-goedbelasting. Dit zou dan niet tot verhoging van de onroerend-goedbelasting leiden van 3% doch van 9,37%. Wij denken, dat dit door onze inwoners niet in dank zal worden afgenomen.

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1983 | | pagina 70