-13- Ik ben dankbaar dat voornemens bestaan het voepad langs de Hollandseweg verder door te trekken dan tot het Koperenstraatje. Ik heb eerder voorgesteld het pad door te trekken tot de Schoeliebergseweg indien het zou worden uitgevoerd. De noodzaak voor aanleg van het voetpad langs de Hollandseweg heeft echter wat ons betreft een zeer lage prioriteit. Kan dit alsnog niet worden opgeschort en worden ingeruild voor meer urgente zaken? De laatste categorie is die van de, laten we zeggen: "leuke dingen Hieronder vallen de aktiviteiten van de Werkgroep Welzijn Huijbergen voor wat betreft de expositie van werken van jonge kunstenaars en ook de renovatie van de oude waterput. Onze opvatting over de formele positie van de Werkgroep is U bekend. Het werk van de adviesgroep vinden wij belangrijk voor onze gemeente. Niet genoemd in de voornemens voor 1984, maar o.i. toch belangrijk voor de toekomst is n.l. de verdere uitbouw van "de Kloek" tot een veelzijdig dorps-centrum. We vragen dan ook om hier aandacht aan te besteden. Verder missen wij voornemens voor 1984 inzake het ontwaterings- en afwateringsplan. Ook een eenvoudige kantine voor de brandweer en de mensen van de buitendienst. Er kan volstaan worden met een simpele inrichting in een bestaand gebouw. Een en ander is o.i. in eigen beheer uit te voeren. Beter onderhoud van bestaande zandwegen is gewenst. Er is nu een nieuwe tractor die deze werkzaamheden gemakkelijk aan moet kunnen. Ook het aanvullen van bermen langs de wegen in het buitengebied verdient de nodige aandacht. Mijnheer de voorzitter, mijne heren, hiermee wil ik deze beschouwing besluiten en onze gemeente toewensen dat door een zuinig beleid en een goed beheer, de moeilijke periode die we nu meemaken, zo spoedig mogelijk achter de rug zal zijn". De heer Buijsse houdt nu namens het Algemeen Belang de navolgende algemene beschouwing "Geachte voorzitterwethouders en leden van de raad, Dit jaar staat de behandeling van de begroting in een bijzonder licht. Hebben wij de voorafgaande jaren een begroting gekend, waarbij jaarlijks de algemene uitkering uit het gemeentefonds steeg, vanaf dit jaar worden wij geconfronteerd met de eerste van een reeks verlagingen. Wij zullen vanaf dit jaar, de komende dertien jaar waar schijnlijk ieder jaar minder uit het gemeentefonds ontvangen. Dat dit niet zonder gevolgen kan blijven voor onze gemeente is duidelijk. Is tot nu toe de begroting, altijd sluitend geweest en ging dit zonder al te veel moeite, vanaf nu is het zaak op alle posten acht te slaan om tot een sluitende begroting te komen nu én in vol gende jaren. De jaren zeventig, waarin velen (zelfs regeringen) dachten, dat de bomen tot in de hemel groeiden en meenden, dat deze welvaartsstart een verzorging kon garanderen van de wieg tot het graf, zijn voorbij en wij worden geconfronteerd met de harde feiten voor de jaren tachtig en gevolgen, die gedeeltelijk door maatregelen in de jaren zeventig genomen, zijn veroorzaakt. De leuzen zoals "leef nu, betaal morgen" en "van je schuld wordt je rijk" blijken slechts onder de gunstigste om standigheden op te gaan. Nu blijken andere en al oudere leuzen meer aan de realiteit te beantwoorden, te weten "met zuinigheid en vlijt bouwt men huizen als kastelen en "kijk verder dan je neus lang is" of "spring niet verder dan je poolstok lang is". Vraag tien economen hoe zij denken de teruglopende economie te herstellen of in tijden van welvaart, hoe het beste gehandeld kan worden. De kans is groot dat men tien versies krijgt, die soms tegengesteld aan elkaar zijn. Zo zal het ons ook ver gaan. Uitgangspunt is, dat wij weten, dat er minder inkomsten van hogerhand komen en sommige uitgaven niet zijn te verminderen. Ieder van ons kan, daarbij prioriteiten stellend, een begroting maken, die aanvaardbaar is. Zoveel hoofden, zoveel minder. De grote lijn zal in dit geval door ons allen gevolgd moeten worden. Slechts op ondergeschikte punten kunnen wij een andere weg bewandelen. Hierover tot in het oneindige debatteren lijkt mij volkomen zinloos. Ik wil het college van B en W en de heer Nagelkerke complimenteren met de uitwerking van deze begroting, de duidelijke toelichting en vooral het vroegtijdig toezenden van de begroting en de beleidsvoornemens, zodat niemand, zoals de laatste tijd nogal eens beweerd wordt, onvoldoende tijd heeft gehad °m iets voor te bereiden of te controleren. 4

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1983 | | pagina 69