-10- Per 1 januari 1985 komen er echter geheel nieuwe boekhoudvoorschriften en een vol ledig nieuwe begroting, welke meer inzichtelijk zullen zijn. De heer Pelzers zegt dit zeer toe te juichen; zoals het nu gaat komt het hem over als een soort "potverteren" De voorzitter bestrijdt dit ten stelligste; het is geen kwestie van een overschot om dat maar gauw op te maken. Het is complegt datgene doen waartoe de raad besloot en wat het dagelijks bestuur dient uit te voeren. De heer Pelzers betreurt het, dat hij hier wat onzorgvuldig heeft gesproken. Hij stelt dan, dat het dus niet mogelijk is, als de middelen wegvloeien, op een eerder genomen raadsbesluit terug te komen. De voorzitter wijst erop, dat vóór 30 juni af- en overschrijvingen plaats kunnen vinden naar posten, die overschreden zijn. Op deze manier is er de mogelijkheid om te corrigeren, ook t.a.v. reeds eerder genomen plannen. Het gaat hier echter om het uitvoeren van een binnen een sluitende begroting, van wat de raad bedoeld heeft, dat er in 1983 zou gebeuren. De heer Pelzers besluit dit punt dan met te zeggen, dat hij dan toch wel mogelijk heden ziet om dit allemaal ten goede te keren. De voorzitter vraagt of nog iemand het woordt wenst over dit agendapunt. Het woord wordt niet meer verlangd, waarna zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van het dagelijks bestuur wordt besloten. 14. Vaststelling gemeentelijk plan bibliotheekwerk 1986-1988. De voorzitter wenst van deze gelegenheid gebruik te maken bij deze nog eens vast te stellen, dat het werk, door de plaatselijke bibliotheek en de vrijwilligers, die daarvoor functioneren, op meer dan voortreffelijke wijze verricht wordt, en vaak tot voorbeeld, landelijk en zeker provinciaal, gesteld wordt. Hij zegt te mogen vaststellen, dat datgene, wat zij aan financiële offers jaarlijks vragen, slechts een schijntje is ten opzichte van datgene wat op de begrotingen van andere gemeenten ten laste van dit werk komt. De voorzitter zegt, dat hij dat toch even kwijt wilde, omdat een waarderend woord van het gemeentebestuur hier zeker op zijn plaats is. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het voorstel van het dagelijks bestuur. 15. Begroting 1984. Ter behandeling van dit punt stelt de voorzitter voor de leden eerst de gelegenheid te geven om algemene beschouwingen te houden; vervolgens de vergadering te schorsen waarna in 2e instantie gereageerd kan worden. Tenslotte kan de begroting post voor post behandeld worden en daarbij kan de nota van de commissie en het antwoord van het dagelijks bestuur worden betrokken. De raadsleden gaan hiermede accoord. De voorzitter vraagt dan wie algemene beschouwingen wenst te houden. De heer Pelzers zegt dit gaarne namens de V.V.D. te doen; hij doet dit met de volgende algmene beschouwing: "Mijnheer de voorzitter, Wij geven dus toe dat het niet zo'n eenvoudige zaak is om een beleid uit te stippelen dat aan ieders wensen tegemoet komt en zoals vanavond is gebleken, nogal eens uiteen kan liggen. Aan de ene kant bestaat de wens de belasting/lastendruk niet verder te verhogen. Anderzijds bestaat het streven een bestaand voorzieningenpeil zo goed mogelijk in stand te houden. De problemen zijn vooral van financiële aard. Een belangrijke factor daarbij is de rijkskorting. Door deze korting wordt weliswaar een centrale doelstelling bereikt, maar betekent nog niet dat er bezuindigd wordt. De werkelijke bezuinigingproblemen worden afgewenteld op de lokale overheid. Op haar beurt kan dan lokaal de belastingdruk worden opgevoerd om het niveau van voorzieningen op peil te houden. Dit lijkt de weg van de minste weerstand. Een andere, betere oplossing is, naar onze mening, wat heet "de tering naar de nering zetten", het omgekeerde dus. Dat betekent aanpassing van het niveau aan de financiële status, dus omlaag. Is kool én geit sparen de oplossing. Gezien het duurzame karakter van de impasse lijkt dit niet lang vol te houden.

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1983 | | pagina 66