<n-%
r
-9-
Het aantal leerlingen op de school is de laatste jaren drastisch teruggelopen;
dit betekent, dat de vaste lasten o.a. van verwarming relatief hoger gaan worden.
Om deze redenen kunnen wij het genomen initiatief alleen maar ondersteunen.
Na deze beraadslaging besluit de raad zonder hoofdelijke stemming conform het voor
stel van het dagelijks bestuur.
12. Vaststelling van het bedrag per leerling.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het
voorstel van het dagelijks bestuur.
13. Onderhoud wegen binnen de kom.
De heer Damen is met het dagelijks bestuur van mening, dat er nu nog de gelegenheid
is om dit plan uit te voeren. Uitstel zal er wellicht toe leiden, dat de realisatie
ervan waarschijnlijk niet meer zal kunnen plaatsvinden. Het plan brengt geen nieuwe
investering met zich mee en daarom is het goed dit nu uit te voeren.
Het zou zonde zijn om deze enige straten, waarop nog geen verbeteringen zijn aan
gebracht, nu te laten liggen. Dit plan is al in 1982 gemaakt en heeft dus langer
geduurd dan de bedoeling was. Het zal de leefbaarheid in de verschillende straten
wel verbeteren. Terecht zou ons later verweten kunnen worden, dat, toen we de
middelen daarvoor hadden, we dit werk niet hebben uitgevoerd. Hij dringt er daarom
op aan na goedkeuring spoedig tot realisering over te gaan.
De heer van Aert deelt mede, het niet eens te zijn met de mededeling van de heer
Damen, dat de Staartsestraat nog geen beurt zou hebben gehad. Deze straat heeft
wel degelijk een grote opknapbeurt gehad. Hij vraagt de voorzitter of dit werk
(kosten: 28.000,door een aannemer wordt gedaan.
De heer van Aert vervolgt dan met voor te stellen om dit werk in eigen beheer uit
te voeren. Dit is z.i. veel goedkoper. We hebben nu toch een derde man in de
buitendienst en we weten allen dat er goede vaklui bij zitten.
De heer Pelzers (verwijzend naar de opmerking van de heer Damen) merkt op in her
haling te vallen, wanneer hij zegt grote vragen te hebben, vooral t.a.v. de Staartse
straat, waarvan het nut hem totaal ontgaat.
De voorzitter beantwoordt de opmerkingen van de heer van Aert met de mededeling, dat
het hier een begroting betreft, die is opgezet om door een aannemer te worden uitge
voerd. Hij zegt echter niet te kunnen overzien, of het uitvoeren in eigen beheer
in dit geval tot de echte mogelijkheden behoort. Laatstelijk hebben we nog een
zandweg in eigen beheer uitgevoerd.
De heer van Aert zegt dit te weten omdat hij zelf de plannen daartoe heeft ondernomen.
De voorzitter zegt toe dit punt wel in B en W te willen meenemen.
Tegenover de twijfel van de harde noodzaak, waarover de heer Pelzers sprak, stelt
de voorzitter dat de kanten van deze weg nogal eens stuk gereden worden, mede omdat
de weg niet zo breed is. Verder is aan de overkant geen parkeergelegenheid aanwezig;
er is daar een groene beplanting. De auto's worden in de berm gezet wat een ware
modderpoel veroorzaakt.
Omdat dit plan ook al in de beleidsnota is meegenomen, willen we dit ook uitvoeren,
daar middelen daartoe nog aanwezig zijn.
De heer Pelzers zegt maar weer de woorden "onontkoombaar en onvermijdelijk" te wil
len relativeren. Er is z.i. helemaal geen bezwaar tegen plannen te herzien, als er
plotseling onvoorziene dingen (zoals deze korting) gebeuren. Het is dan een kwestie
van moed om dan te zeggen: Nou we hebben het wel besloten, maar we zien er van af.
Ten aanzien van de vrees van de heer Damen merkt hij op, dat we die bestemming toch
even uit kunnen stellen. Hij vraagt tenslotte, waar die gelden dan blijven.
De voorzitter antwoordt hierop, dat het aanhouden van een gegeven bestemming niet
mogelijk is. Hij motiveert zijn standpunt bij herhaling en zegt daarbij, dat een
voordelig saldo naar de saldireserve gaat en (behoudens 1/30 gedeelte) niet aan
wendbaar is. Het is wellicht niet eenvoudig om dit te begrijpen.