De voorzitter zegt in antwoord op het door de heer Pelzers naar voren gebrachtedat
hij niet op alle punten in zal gaan. Naar zijn oordeel wordt door de heer Pelzers
een denkfout gemaakt. Bij de verhoging van de onroerendgoed-belasting zit een
structureel karakter voor. Terwijl, wat je dit jaar doet, geen uitstralingseffecten
naar de toekomst geeft. Maar juist die toekomst vraagt een structurele dekking en
daarbij zal de verhoging van de O.G.B. onmisbaar zijn. Laat je dit achterwege,
dan zul je geconfronteerd worden met een tekort in enig jaarwat je niet ineens
bij elkaar zult kunnen sprokkelen. De minister stelt n.l. begrenzingen aan maximale
verhogingen in een jaar. Verantwoordelijkeheid eist, óók wanneer dit eens minder
gemakkelijk of zelfs pijnlijk is, om dan toch die maatregelen te treffen ter
voorkoming van problemen in de toekomst, die verwijtbaar zullen zijn.
De voorzitter gelooft, dat hij hiermede in algemene zin en in het kort de opmerkingen
van de heer Pelzers heeft beantwoord.
Ten aanzien van de kapitaalslasten, waarover in de nota wordt gesproken, merkt de
voorzitter op, dat deze er zijn en dus ook meegenomen moeten worden. Maar je kunt
er rekening mee houden, dat ze wel gaan afnemen, doordat je geen nieuwe kapitaals
investeringen op je programma neemt.
In verband met de toekomst, die zo onzeker is t.a.v. de te verwachten inkomsten
moeten we zeer voorzichtig manouvreren en zullen we op die toekomst ook geen wissels
mogen trekken die zwaarder zijn, dan we thans kunnen overzien.
En vandaar dus, dat zowel de voorafgaande nota als de begroting zelf hierop zijn
gebaseerd. Evenwel, wat deze tijd en de nu levenden van een gemeentebestuur mogen
verlangen,dient óók te worden gegeven. Dat niet alles onthouden wordt t.g.v. de
toekomst is ook een principe, wat hierbij een rol moet spelen.
In antwoord op hetgeen dat de heer van Aert naar voren is gebracht, deelt de
voorzitter mede, dat de gemeente in zijn belastingheffing geen inkomenspolitiek
mag voeren. Derhalve geen privileges op dit gebied, want dat is in strijd met
de Grondwet.
De voorzitter vraagt, wie in de 2e ronde het woord wenst over dit agendapunt.
De heer Pelzers zegt het te waarderen dat de voorzitter zo'n warm pleidooi houdt
voor de verbetering van het bestaan middels verfraaiing van het aanzien van de
gemeente en een aantal andere dingen.
We moeten ons echter wel realiseren, welke pijn daarvoor moet worden geleden.
In het beleidsplan wordt gesproken over zo verdraaid veel onzekerheden, waarmede
het mee kan vallen, maar volgens spreker eerder tegen zal vallen.
Het heeft daarom misschien nut om een reservepotje te maken, wat ook een structu
rele bijdrage zal kunnen leveren. De rente daarvan kun je dan bijschrijven bij
de gewone dienst en zo hebt U dan weer een structurele tegemoetkoming.
Dit kan bij de brandweerauto en misschien kan dit ook in andere opzichten. Wellicht
is het daarbij mogelijk in overleg met de Provincie deze bestemmingsreserves een
andere besteraming te geven. Het is dus de vraag of de uit het jaar 1983 komende
ruimte niet toch een structurele bijdrage kan leveren langs een omweg, wanneer op
deze manier een belastingverhoging kan worden uitgesteld, dan werk ik graag daaraan
mede. Daarop kan worden gezegd, dat we misschien in de toekomst een zodanige
belastingverhoging moeten gaan toepassen wanneer het Rijk centrale beperkingen
stelt. Spreker zegt, dat dit mogelijk is; hij denkt echter waar te kunnen maken,
dat dit in ieder geval voor 1984 nog niet nodig is.
Bij de trendmatige verhoging kan zeker nog een vraagteken worden gezet.
De voorzitter deelt in laatste instantie mede, nog even terug te komen op hetgeen
in het beleidsplan nadrukkelijk is verwoord, doch de heer Pelzers ten onrechte weer
inbrengt, n.l. rente van reserves structureel aanwenden.
Als dit al is toegestaan, dan is dat levensgevaarlijk, omdat bij gebruik van die
reserve deze rente ook wegvalt. Er ontstaat dan een gat, dat, juist in het
perspectief van de toekomst, moeilijk is te dichten. Dit geldt voor elke reserve
die je gevormd hebt; daarom geldt: rente daarvan structureel aanwenden is vragen
om problemen.
Geen van de aanwezige raadsleden wenst stemming over dit voorstel van het dagelijks
bestuur, waarna de raad tot de vaststelling hiervan besluit. Op grond van het onder
punt 8 weergegevene wordt de heer Pelzers geacht tegengestemd te hebben.