T
r!
-4-
6. Krediet in rekening-courant 1984.
De heer Buijsse merkt op, dat we de laatste tijd gelukkig vaak de overtollige
gelden in deposito kunnen plaatsen. Zijn vraag nu is of er dikwijls gebruik
van wordt gemaakt om in rekening-courant credit te staan en of dit veel kosten
met zich meebrengt. f
De voorzitter antwoordt hierop, dat dit niet zo vaak het geval is; het kan voor
komen, dat in verband met een geplaatste deposito net even een beroep op deze
rekening-courant moet worden gedaan. Uiteraard is deze stand in rood wel duurder
dan het tegoed in rekening-courant of in deposito. Het betreft hier regelmatig
wisselende rentetarieven, die ons regelmatig per kaart worden medegedeeld.
Verdere kosten zijn hieraan niet verbonden.
Na deze beraadslaging besluit de raad zonder hoofdelijke stemming conform het voor
stel van het dagelijks bestuur.
7. 11e Wijziging Verordening Onroerendgoed-belasting.
De heer van Aert zegt, dat zijn partij er meer voor is de agendapunten 7, 8 en 9
gelijk met de begroting te behandelen; daar komt het toch weer bij te pas.
De voorzitter antwoordt hierop, dat het aldus ook wel gebeurt. Als de begroting is
vastgesteld kunt U in feite inhoudelijk echter niet meer praten over deze voorstellen.
Om die reden wordt er de voorkeur aan gegeven deze punten vooraf en afzonderlijk
te behandelen.
De heer Pelzers zegt begrepen te hebben, dat de gemeente deze belasting wil ver
hogen met het oog op de sombere toekomstige financiële situatie van de gemeente;
deze verhoging zou min of meer onontkoombaar zijn.
In een langdurig verhaal zegt spreker een vraagteken te zetten bij het standpunt
van het gemeentebestuur inzake de onontkoombaarheid van de verhoging van deze
belasting. Om dit toe te lichten grijpt de heer Pelzers terug naar de beleidsnota,
waarin o.m. gesproken wordt over onvermijdelijke uitgaven en stelt de voorzitter
dan de vraag: Hoe onvermijdelijk zijn deze uitgaven? en daaraan vastgekoppeld de
vraag: Hoe onvermijdelijk is de verhoging van de O.G.B.?
De heer Pelzers noemt dan uit dit beleidsplan, de navolgende plannen uit het ver
leden, welke nog niet uitgevoerd zijn:
- Aanzien en verfraaien van het gemeentehuis en omgeving en een verkeersprobleem,
raming kosten 100.000,
- Voetpad langs de Hollandseweg en doortrekking naar de Schoeliebergseweg, raming
kosten 16.000,
- Verbetering en verfraaiing van de J.B. van Agtmaalstraat, S. Bogaertslaan en
Wilhelmietenstraat, raming kosten f. 34.000,
- Parkeerplaatsen in de Staartsestraat, raming kosten 28.000,
En in petto hebt U dan nog als kapitaalswerk de verbetering van de entree van het
dorp aan beide zijden.
De heer Pelzers zegt, dat, als hij dit alles eens bij elkaar telt, we hier spreken
over onvermijdelijke uitgaven, hij dan hier toch wel vraagtekens bij heeft.
Is het wel zo noodzakelijk dat de O.G.B. wordt verhoogd?
Hij denkt dat dit niet het geval is, en is van oordeel, dat, als de ruimte van de
hiervoor door hem genoemde werken beschikbaar komt en daarvoor wordt aangewend,
deze verhoging van de O.G.B. en ook de toeristenbelasting vermeden kan worden.
De heer Pelzers merkt verder op, dat er ook nog iets structureels in zijn standpunt
zit; er zijn dan niet uitgevoerde kapitaalswerken en besparingen, afgezet op de
begroting 1983 en het daarbij behorende investeringsschema, waardoor een zekere
ruimte wordt ingebouwd.
De heer Pelzers zegt aldus de onontkoombaarheid van de verhoging van deze belasting
een beetje gerelativeerd te hebben.
De heer van Aert zegt, dat zijn fractie een geringe verhoging van deze belasting
ondersteunt. Hij stelt voor deze verhoging voor het jaar 1984 te bezien met name
voor de mensen met een minimum inkomen. Het tekort wat hierdoor ontstaat ware te
compenseren door de overige belastingplichtigen.