e ss -4- Wanneer we een beroep op het Rijk moeten doen, dan moet het plafond der belastingen geheven worden. We zullen daarom trachten met de voorgestelde bezuinigingen zelf rond zien te komen. Ten aanzien van de brandweer adviseerde de begrotingscommissie de bestaande reserve ad. 150.000,middels een mindere rentebijschrijving op peil te brengen. De voorzitter zegt dat dit blijkens de nota ya*1 antwoord van het dagelijks bestuur thans nog niet mogelijk is. Inderdaad moeten we niet tot in het oneindige aan de reserves gaan toevoegen, maar anderzijds moet het niet zo zijn, dat door een te geringe reservering er een kapitaalsobject van gemaakt moet worden. Hij wijst bovendien op het gevaar van het aanwenden van rente van reserves als dekkingsmiddel op de gewone dienst. Uitgangspunt van de nota is te voorkomen dat kapitaalslasten naar de toekomst worden geschoven. Dit met name omdat die toekomst zo onzeker is. De heer van Aert zegt de heer Pelzers te steunen in zijn bezwaar tegen de invoering vein een toeristenbelasting. Ook zijns inziens zal de invoering van deze belasting met veel kosten gepaard gaan en geven we er misschien wel "lappen en garen" aan toe. De voorzitter erkent, dat we er op toe moeten zien, dat de perceptiekosten niet te hoog oplopen. Controle gebeurt nu in het zomerseizoen ook al, zodat verwacht mag worden, dat het met deze extra kosten wel mee zal vallen. De heer Buijsse spreekt over een 2-tal maatregelen, genoemde op de le pagina van de nota, waardoor de algemene uitkering met 132.000,zal worden verminderd. Naar zijn oordeel zou uit de stukken blijken, dat deze in nagenoeg 3 jaar al is gehaald. De voorzitter antwoordt hierop, dat het hier gaat om een korting van 12,63%. In de toelichting is vermeld, dat de gevolgen daarvan niet hoger mogen zijn dan 1% per jaar. Daarnaast zijn er nog de ombuigingskortingen. De heer Buijsse vraagt of deze inkomstenderving niet is uit te smeren over 5 jaren. De voorzitter zegt dat dit niét mogelijk is omdat dit volgens de in de nota genoemde circulaires niet is toegestaan. De heer Buijsse merkt hierna op, dat er volgens de nota mogelijk nog meer kortingen zijn te verwachten; hij vraagt de voorzitter hoe deze zijn op te vangen. Hij doet hierbij de suggestie tot een herinvoering van de hondenbelasting. Hij spreekt verder nog over de verhoging van de gemeentelijke bijdrage in bepaalde sociale uit keringen. De voorzitter antwoordt op het bovenstaeindedat tot en met het jaar 1988 de kortings percentages zijn vastgesteld; na 1988 zal vermoedelijk hetzelfde percentage worden meegenomen. Hij zegt te verwachten, dat, als er zich verder geen calamiteiten meer voordoen, het met de voorgestelde bezuinigingen zou moeten lukken. De gemeentelijke bijdragen in de ABW-uitkeringen zullen naar verwachting in relatieve zin eerder kleiner dan groter worden. In absolute zin is er een stijging te ver wachten. De heer P. Damen zegt niet te weten, waar het gemeentebestuur een falend beleid heeft gevoerd; hij verzoekt de heer Pelzers dan ook deze opmerking te onderbouwen. De voorzitter verzoekt de heer Pelzers die opmerking toe te lichten. De heer Pelzers zegt dit in filosofische zin te hebben bedoeld. In het licht van het feit dat sommige dingen best iets goedkoper kunnen en dat mag toch wel gezegd worden. De voorzitter onderbreekt de heer Pelzers met de mededeling, dat dit zijn oordeel is; het is dan echter juist, dat er een alternatief gesteld wordt. De heer Pelzers herhaalt dan, dat we al langer wisten, dat dit alles zou gaan komen; met de uit te voeren kapitaalswerken had daar rekening mee gehouden kunnen worden. De voorgenomen kapitaalswerken moeten met de gegeven beperkingen van deze nota nader worden bezien. Nogmaals zegt hij dat hij daarom liever het geheel met de cijfers van 1984 had vergeleden. Er zou dan beter te zien zijn waar het accent van de be zuinigingen komt te liggen. De heer van Aert zegt, dat in het verleden al veel bezuinigd had kunnen worden. Onze voorstellen daartoe worden echter gewoon van de tafel geveegd.

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1983 | | pagina 53