-2-
2. Notulen van de openbare vergadering van 8 november 1983.
Het concept van deze notulen werd de raadsleden toegezonden. De voorzitter stelt de
behandeling van deze notulen aan de orde en vraagt de raadsleden of zij nog vragen
of opmerkingen hebben, eerst t.a.v. de tekst en daarna t.a.v. de inhoud.
De heer van Aert zegt (bij agendapunt 12) ervoor gepleit te hebben, om dit voetpad
ineens aan te leggen tot aan de Schoeliebergseweg. Hij meent zich te herinneren dat
de voorzitter vreesde dat er moeilijkheden zouden kunnen liggen t.a.v. grondaankopen.
Voor het eerste gedeelte zal naar zijn oordeel aankoop van grond van particulieren
dienen plaats te vinden.
De voorzitter antwoordt hierop, dat er volgens het kadaster wel voldoende gemeente
eigendom aanwezig is om dit eerste gedeelte aan te leggen. Wat het tweede gedeelte
betreft zegt de voorzitter, dat nagegaan zal worden, of dit in het kader van de
begroting 1984 meegenomen kan worden. Zijn opmerking ten aanzien van eventuele
grondaankopen heeft hij vragenderwijs gesteld.
De heer van Aert spreekt over het grote prijsverschil bij de levering van een tractor.
Hij zegt, dat hij toen gevraagd heeft of deze door een plaatselijke ondernemer geleverd
zou kunnen worden; naar zijn oordeel is dit aldus niet geschied..
De voorzitter antwoordt hierop, dat deze wel geleverd werd via een plaatselijke onder
nemer, waartegen deze ook geen bezwaar had. Diens sticker staat op de tractor.
De heer Buijsse stelt zich de vraag of de levering wel is geschied zoals toen is ge
zegd. Er is zijns inziens een verschil tussen door of middels.
De heer van Aert zegt het te betreuren, dat weinig tijd werd gegeven om de stukken te
bestuderen. Hij zegt verder bij punt 13 (pag. 7) van deze notulen niet gesproken te
hebben over 300 uren, maar over 300 werkuren en dan komen we op een heel andere schaal.
Spreker zegt deze notulen aldus graag gecorrigeerd te hebben.
De raadsleden hebben hiertegen geen bezwaren en aldus wordt zonder hoofdelijke stemming
besloten.
De heer van Gastel zegt, dat de 3e laatste alinea van de rondvraag, sub b (pag. 9,
boven) voor hem nieuw en onbekend is; er zou toen al een reglement voor de werkgroep
komen
De voorzitter zegt daarop, dat het toen de vraag was: Maken we er een raadscommissie
van óf een werkgroep met geen officiële status en dus geen gemeentelijke commissie.
De voorkeur ging uit naar een werkgroep met een reglement; aldus werd destijds af
gesproken.
De heer van Gastel verwijst naar hetgeen in de raadsvergadering van 13 mei 1980 is ge
steld; hij hekelt de gevoerde politiek (hij noamt dit Ar.polttiok)waarbij het nieuwe
college alles naar zich toe heeft getrokken. Met de inhoud van het regelement kan hij
zich wel verenigen, maar in de werkgroep behoren dan geen raadsleden zitting te hebben,
anders is het gewoon een verlengstuk van de raad.
De voorzitter merkt op, dat in het dagelijks bestuur altijd het standpunt is gehuldigd,
dat één lid van het college van de werkgroep deel zou uitmaken.
De heer van Gastel zegt, dat de leden van de werkgroep moeten komen uit de bevolking;
hij zegt de raad een voorstel te willen doen.
De heer Pelzers vindt, dat het hier niet zozeer over namen moet gaan, maar over het
feitelijke functioneren van de werkgroep. Als het voorkomt, dat het dagelijks bestuur
met de werkgroep vergadert, dan moet het ook mogelijk zijn, dat de raad daarbij aan
wezig kan zijn.
3. Ingekomen stukken.
De heer Buijsse spreekt over een goede belegging van de overtollige gemeentegelden
in deposito (punt e)hij heeft hiervoor een compliment aan het adres van het gemeente
bestuur.
De beleidslijnen inzake standplaats- en ventvergunningen (punt i) acht hij nogal in
grijpend; hij vraagt, of dit een bevoegdheid is van het dagelijks bestuur of van de
raad
De voorzitter antwoordt hierop, dat het afgeven van vergunningen in de Algemene Straf
verordening van deze gemeente werd gedelegeerd aan het dagelijks bestuur.
X d* eP 3