-5-
De heer Pelzers zegt, dat er volgens de begroting een lastenstijging van 28.000,
zal zijn, hetgeen neer komt op een stijging van 60%; spreker acht dit een te hoge
stijging en verzoekt daarom de kosten te temperen.
De voorzitter antwoordt hierop, dat het hier gaat om de autonome uitgaven van een
zelfstandige gemeenschappelijke dienst; de stortingsrechten van het huisvuil op de
Kraggen te Bergen op Zoom vormen daarbij een f enorme uitgave
De heer Buijsse merkt nog op, dat het verhogen van de rechten van de H.O.P. pas om
de twee jaar plaats vindt, hetgeen er dan op neer komt, dat we hier toch met een
lage verhoging te maken hebben.
De voorzitter bevestigt dit.
Na deze beraadslaging besluit de raad zonder hoofdelijke stemming tot vaststelling
van deze wijziging.
10. Verweer Inzake beroepschrift van A.W. Roest tegen niet-ontvankelijk-verklaring
van bouwvergunningsaanvrage
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het
voorstel van het dagelijks bestuur.
11. Vaststelling rampenplan.
De heer van Gastel zegt te verwachten, dat de organisatie, zoals deze in het plan
is omschreven, wel op moeilijkheden zal stuiten. Hij vraagt, of de inhoud van dit
plan ook met de gemeentelijke diensten wordt doorgesproken.
Hij acht het verder gewenst, dat een uittreksel van dit plan aan de inwoners van
onze gemeente wordt toegezonden.
De heer P. Damen vraagt de voorzitter of ter uitvoering van dit plan ook praktijk-
oefeningen zullen worden gehouden.
De voorzitter antwoordt hierop, dat de brandweer, gezondheidsdienst e.a. tevoren
reeds de gelegenheid hebben gehad op de inhoud van dit plan te reageren. Er moeten
echter nog een aantal zaken geregeld worden en zo moeten er nog instructies voor
het personeel worden opgesteld. Verder moeten voor duidelijk gevaarlijke objecten
nog incidentele bestrijdingsplannen binnen 6 maanden worden opgemaakt.
Uitgangspunt is hierbij, dat het plan slechts ingeval er iets binnen de gemeente
gebeurd geldt; overschrijdt het de grenzen van een gemeente, dan behoort dit tot
de bevoegdheid van de Commissaris der Koningin.
De voorzitter zegt, dat het inderdaad zinvol is als er t.z.t. aan de hand van de
voorschriften van dit plan oefeningen gehouden worden.
In ieder geval geldt dit voor paraatheidsoefeningen. Na de vaststelling van het
plan door Uw raad moet het plan nog worden gepubliceerd en ter inzage gelegd.
Na deze beraadslaging besluit de raad zonder hoofdelijke stemming conform het voor
stel van het dagelijks bestuur.
12. Aanleg voetpad Hollandseweg.
De heer van Aert vraagt, of er aan gedacht is om dit pad door te trekken naar de
SchoeliebergsewegGrondaankoop hoeft hiervoor geen probleem te zijn.
Naar zijn oordeel heeft het geen zin om alleen dit eerste stukje aan te leggen.
De voorzitter antwoordt hierop, dat hij dit punt wil bespreken in de vergadering
van het dagelijks bestuur; wellicht kan het dan in het beleidsplan voor het jaar
1984 worden opgenomen. Het dagelijks bestuur wenst thans uit te voeren wat door Uw
raad in het beleidsplan 1983 werd opgenomen.
De heer van Aert zegt nogmaals het nut hiervan niet in te zien; hij stelt daarom
voor hiermede te wachten totdat het voetpad in één keer kan worden uitgevoerd.
De heer P. Damen zegt er voor te zijn het werk uit te voeren, zoals het voorstel
nu voor ons ligt.
De heer Pelzers zegt de situatie niet zo goed te kunnen beoordelen; als het geld
daarvoor nu echter aanwezig is, dan moet dit geld daarvoor ook het volgend jaar
aanwezig zijn. Als de heer van Aert hiervoor nu een voorstel wil doen, wil hij
zich daarbij wel aansluiten.