A
-3-
Inzake een vraag van de heer Buijsse, gesteld bij de rondvraag (agendapunt 9, sub a)
deelt de voorzitter mede, dat deze subsidie werd aangevraagd en toegekend. De voor
lopige bijdrage bedroeg f 7.610, de herziene bijdrage bedraagt 8.200,
Deze regeling werd dus inderdaad toegepast.
Na deze beraadslaging worden deze notulen onder dankzegging aan de samenstellers door
de raad goedgekeurd en gearresteerd.
3. Ingekomen stukken.
De heer Buijsse zegt er verheugd over te zijn dat (volgens punt 14) de goedkeuring op
het besluit van de raad tot de aanleg van een gasvoorziening in het Overberg is ont
vangen. Zijn vraag is, of al valt te bezien, of op korte termijn met dit werk kan
worden begonnen.
De voorzitter antwoordt hierop, dat begin juli j.l. al opdracht tot deze aanleg aan e
N.V. Intergas werd gegeven. Genoemde N.V. is reeds begonnen met de nadere calculatie
van dit werk en we wachten nu op het sein van deze N.V., dat met het werk wordt be
gonnen en een volgens het contract aan deze N.V. verschuldigd bedrag omgaand dient te
worden voldaan.
De heer Buijsse merkt t.a.v. het maandelijks in deposito van gelden (zie punt 17) op,
dat er 2 dagen liggen tussen het aflossen en opnieuw aangaan van deze belegging van
gelden; in een jaar maakt dat weer 24 dagen, hetgeen op deze grote bedragen een be
langrijke derving van rente betekent.
De voorzitter antwoordt hierop, dat de bank ons bij afloop schriftelijk bericht, met
als gevolg, dat hierin het verschil van deze dagen zit. Het is daarom beter, dat we
aan het eind van de deposito in den vervolge de bank telefonisch onze voornemens ken
baar maken
De heer Buijsse zegt de indruk te hebben dat dit alleen bij de Bank voor Nederlandse
Gemeenten aldus gebeurt; naar zijn oordeel bellen de andere banken zelf.
De voorzitter zegt dat dit juist is; het in deposito geven van gelden zal echter zeer
binnenkort niet meer zo nodig zijn, daar spoedig de N.V. Intergas en een aannemer
voor het bouwrijpmaken van terreinen aan de Demerstraat betaald moeten worden.
Na deze beraadslaging besluit de raad zonder hoofdelijke stemming deze stukken voor
kennisgeving aan te nemen.
4. Overdracht van woningwetwoningen.
De heer Buijsse merkt op, dat hét aan het slot van het voorstel onder 2 genoemde be
drag in plaats van op 28 op 82 moet eindigen. Hij zegt verder over dit voorstel nog
enkelen vragen te hebben.
a. Blijkens het voorstel zou de boekwaarde van deze woningen per 31 december 1981
425.000,bedragen; aan rijksleningen zou per genoemde datum 176.413,82 zijn
ontvangen. Hij vraagt of er na die datum nog is afgelost op deze leningen of moet dit
nog geschieden.
b. De reserves en fondsen bedragen thans 446.227,95. Zijn vraag is, hoe deze mo
menteel zijn belegd en moeten deze nog vrij gemaakt worden.
De heer van Gastel vraagt nadere inlichtingen omtrent de samenstelling van het be
stuur van de Stichting.
De heer Pelzers spreekt over het achterstallige onderhoud ad. 215.000, naar zijn
oordeel zal dit t.z.t. door de Stichting wel uit de reserves en fondsen betaald
worden. Hij vraagt of er nog overdrachtskosten aan de overdracht van deze woningen
verbonden zijn.
De hierbovengestelde vragen worden door de voorzitter als volgt beantwoord:
Als saldo voor de lopende inkomsten en uitgaven werd een bedrag van 45.000, ge
raamd; zowel de huren als andere inkomsten en uitgaven dienen hierop te worden ver
antwoord
Ten aanzien van de gevormde reserves en fondsen deelt de voorzitter mede, dat het
niet verstandig is om hiervoor langlopende middelen aan te trekken; uit de aanwezige
eigen middelen zullen deze over te dragen reserves en fondsen worden gefinancieerd.
Deze fondsen worden gevormd door bijdragen van het Rijk. Al deze bedragen en ook de
rente van die rekening zijn in het Woningbedrijf verantwoord.
Aan overdrachtskosten zijn alleen materiële kosten verschuldigd.