In dit verband haalt hij als voorbeeld aan de qemeente Uden waar één en ander goed functioneert. Met betrekking tot het bestedingspatroon van de Ameri kaanse militairen stelt hij dat hun buitenlandse toelage niet florisant is te noemen Ten aanzien van het milieu is er reeds van lokale militaire zijde gewezen op het belang van het waterwingebied en de gebouwen zullen moeten voldoen aan de laatste milieueisen. De heer Plezers vraagt naar de effecten van de oefeningen en informeert naar de mogelijke invloeden van de 650 gezinnen in het lokale beeld. De kolonel antwoordt dat de lokatiekeuze mede is bepaald door het feit dat het hier géén verstedelijkt gebied betreft en dat in de naaste omgeving militaire oefenterreinen aanwezig zijn, zodat oefeningen op openbaar terrein kunnen worden vermeden. De lokatie dient op of nabij een vliegveld te zijn gelegen om te voorkomen dat de complete kruisvluc wapens in vredestijd over de weg moeten worden vervoerd. Periodiek transport van deze wapens is nodig, omdat zij fabrieksonderhoud in Amerika moeten ondergaan. Het transport kan dan door de lucht rechtstreeks vanaf de vliegbasis gebeuren In oorlogstijd zal de eenheid kruisvluchtwapens operen vanaf posities buiten de plaats van vestiging in vredestijd. Dat moet periodiek worden beoefend. Met het oog daaroP dienen in de naaste omgeving van de lokatie militaire oefenterreinen aanwezig te zijn. Woensdrecht voldoet aan deze criteria. Als positief effect wijst de kolonel op de mogelijk gunstige invloed op de werkgelegenheid, als negatief effect noemt hij de hoewel geringe, geluidsoverlast. Overigens kunnen zich zowel positieve als negatie e effecten zich voordoen die op dit moment niet zijn te overzien. De heer P. Damen vraagt of de geestelijke druk op de bevolking niet toe zal nemen (angst). Kolonel Schulte maakt in dit verband een vergelijking met de V I, waarvan de start kon mislukken met alle ongewenste gevolgen van dien. Nu zijn het mobie e systemen, de op een trailer geplaatste kruisvluchtwapens worden bij eerste fase van dreiging verplaatst naar een onbekende lokatie. Het kernwapen wordt pas op scherp gesteld bij nadering van het doel hetgeen middels computersturing wordt bereikt. Mocht er bij de lancering toch overhoopt iets mis gaan volgt geen explosie maar wel straling. Een juiste voorlichting op dit gebied zal ertoe bijdragen dat geen sprake zal zijn van angsttoename onder de bevolking. De heer P. Damen concludeert hieruit dat de aanwezigheid van kernwapens in oorlogstijd niet zal leiden tot een verhoogd risico. Kolonel Schulte reageert hierop met te stellen dat een aanval op de vliegbasis met als doel vernietiging van kernwapens zal leiden tot een nucleaire oorlog. De vijand heeft dan de wetenschap dat zij met dezelfde middelen bestreden zal worden, dit concluderend kan gesteld worden dat de aanwezigheid van kernwapens zal leiden tot een zekere terughoudendheid tot aanvallen. In dit verband kan spra e zijn van verminderde risico's. De buraemeester vraagt of de kruisvluchtwapens spontaan kunnen exploderen o.m door invloeden van buitenaf en wijst hierbij ook op de belangen van het waterwingebied dat West-Brabant en Zeeland voorziet van drinkwater. De kolonel zegt dat spontane ontbranding moet worden uitgesloten omdat het op scherp stellen van de wapens alléén kan geschieden met behulp van geheime speciale code's. Invloeden van buitenaf, hij geeft als voorbeeld een gerichte bom, zullen ook geen explosie tot gevolg hebben maar een geringe radio-actieve straling. Deze straling is gering omdat de wapens, naast overige veiligheidsmaatregelen, liggen opgeslagen in betonnen bunkers, omringd met aarden wallen. De heer Pelzers vraagt of er niet de angst bestaat dat West-Europa he s agve ingeval van escalatie tussen Amerika en Rusland. De kolonel haalt aan dat op een NATO- bijeenkomst door West-Europese diplomaten werd aangedrongen op Amerikaanse maatregelen tegen de Russischs SS-20 raketten. Rusland heeft altijd raketten gehad, gericht op West-Europa zonder dat West-Europa hier iets in dezelfde mate tegenover kon stellen. Het gevolg hiervan was West Europese angst die zal afnemen met de plaatsing van de kruisvluchtwapens. De heer P. Damen vraagt naar de strekking van de regelmatige publicaties als zou het karakter van de kruisvluchtwapens defensief zijn t.o.v. het agressieve karakter van de SS-20 raketten. Kolonel Schulte antwoordt dat een wapen de intentie kan hebben defensief te zijn maar in wezen altijd agressief is. De heer P. Damen meent toch te weten dat SS-20 raketten sneller en krachtiger zijn dan de kruisvluchtwapens. De kol- nel bevestigt dit maar zegt dat dit niets afdoet aan het feit dat kruisvluchtwapens ook zijn te kwalificeren als agressief. Aansluitend schorst de voorzitter de vergadering en wordt door de kolonel ingegaan op vragen vanaf de publieke tribune. Na kolenel Schulte bedank te hebben voor zijn bereidwilligheid aanwezig te willen zijn en voor zijn duidelijke uiteenzetting m.b.t. deze materie heropent de voorzitter de vergadering om 21.00 uur.

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1983 | | pagina 34