-3- Bij vooruitberekening over 10 jaren komen Gedeputeerde Staten op een aantal van meer dan 2450 voertuigen per etmaal, dat onze hoofdwegen berijdt en daarbij geldt als norm een afstand van 250 m. van de weg. Deze afstand kan worden teruggebracht als door een akoestisch rapport wordt aangetoond, dat de grens van 50 dB op korte afstand niet wordt overschreden. Vandaar dat het mogelijk blijft, dat met toepassing van artikel 19 van de Wet Ruimtelijke Ordening nog gebouwd mag worden. Verbouw is echter zonder meer wel mogelijk. Het instellen van een akoestisch onderzoek zal naar raming f 15.000, gaan kosten. Er moet hierbij nog op worden gewezen, dat dit bestemmingsplan nog met onherroepelijk is zodat in deze thans nog geen beslissingen genomen kunen worden. De wet schrijft echter voor, dat deze onderzoeken dienen plaats te vinden. Gezien de geringe bouwmogelijkheid in deze stroken is het beter hier nog even mee te wachten. De heer van Gastel merkt op, dat er bouwblokken zijn, die vlak aan de weg zijn gelegen. De voorzitter antwoordt hierop, dat artikel 19 van de Wet Ruimtelijke Ordening de ontsnapping daarvan kan regelen, waarbij zo nodig op een andere plaats gebouwd kan worden. De heer van Aert vraagt, of dit voor alle gebouwen geldt. De voorzitter bevestigt dit. Ten aanzien van hetgeen door de heer Pelzers naar voren werd gebracht deelt de voorzitter mede, dat hier op grond van de Wet Ruimtelijke Ordening regelgeving dient plaats te vinden, waarbij een duidelijke afweging van belangen dient te worden gemaakt In het besluit van Gedeputeerde Staten is ten aanzien van het kamperen duideliDk het belang van de jeugdgroepen niet meegenomen. Het lijkt ons toe, dat we juist daarop dienen te reageren. De heer Pelzers merkt op, alleen maar gezegd te hebben dat regels gesteld dienen te worden, alleen daar, waar dit nodig is; verder zegt hij graag zijn adhaesie aan dit voorstel te betuigen. De voorzitter deelt nog mede, dat de gemeente mede namens de vier op pagina 1 en 2 van het voorstel genoemde personen bezwaar in zal dienen; de toelevering van e bewijzen zal door henzelf dienen te geschieden. Op een vraag van de voorzitter delen de raadsleden mede akkoord te gaan met de v gegeven toelichting en geen stemming te verlangen. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna conform het voorstel van het dagelijks bestuur beroep aan te tekenen tegen de onthouding van goedkeuring aan het bestemmingsplan Buitengebied. 6. Medewérking ingevolge Artikel 50 Kleuteronderwijswet. De heer Pelzers zegt graag terug te komen op hetgeen bij de behandeling van dit Punt in een vorige vergadering door hem naar voren is gebracht. De stukken waren z.i. niet onderbouwd en de gemeente is wat voorbarig geweest bij het nemen van een beslissing. Spreker zegt, dat "bezuinigingen" een groot woord is, maar we moeten er wel aan mee willen werken. De kosten en baten dienen daarbij goed te worden afgewogen. Er waren daarbij veel argumenten om deze uitgave niet te doen en alternatieven die belangrijk goedkoper zijn. Enkele daarvan worden door hem met name genoemd. Voorts zegt de heer Pelzers, dat in verband met de Integratie in het onderwijs de vloer van deze school geen 25 jaar mee behoeft te gaan en om die reden met de gegeven alternatieven best volstaan kan worden. De heer Pelzers vraagt zich dan ook af, of met het nemen van dit besluit wel een algemeen belang wordt gediend. Hij meent dan ook het dagelijks bestuur in overweging te moeten geven dit voorstel terug te nemen.

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1983 | | pagina 27