Dit plan houdt in het maken van een goede verbinding van Huijbergen met Hoogerheide via dr. l/ennekensstraat en de verhouding van de l/ennekensstraat via het Eiland aansluitend aan de Abdij- laan; bij dit laatste kan het bestaande wegtracee aangehouöt worden, waar door geen verdere doorsnijding van het fraaie landschap plaatsvindt. Derhalve; geen rondweg, maar 'n plan, waardoor het dorp van het zwaar ver keer door de kom verlost wordt. De heer Appelboom verzoekt dringend dit plan "alternatieve rondweg" nader te bezien. De voorzitter zegt, dat ook het dagelijks bestuur zich zorgen maakt over de verkeerstoename door de kom. Aangezien het hier provinciale wegen betreft zijn daarom gesprekken gevoerd met de Provinciale Waterstaat; de metingen van de verkeersdrukte zijn volgens de provincie echter niet dusdanig, dat op maatregelen van de provincie gere kend mag worden. Met betrekking tot het rond de l/ennekensstraat gelegen waardevolle landschap pelijk gebied deelt de voorzitter mede, dat deze aanwijzing zwaar weegt. Op de vraag, of een subsidie in deze aanleg kan worden verkregen, zegt de voorzitter geen antwoord te kunnen geven; indien dit wel het geval is, kan dit evenwel erg lang duren. De verbetering l/ennekensstraat - Kooiweg zou inderdaad een stuk ontlasting van het verkeer door de kom kunnen betekenen als het verkeer wat nu naar het industrieterrein gaat, door Huijbergsn rijdt. Dit wordt bij informatie sterk betwijfeld. De heer Mouws zegt dat eenzelfde situatie in de Wouwse Plantage aanwezig is; aldaar is een omleidingsmogelijkheid via"'t Hoekje", doch het is de prak tijk, dat niemand daar langs rijdt. De heer Appelboom zegt, dat dit wellicht meer gedaan zou worden, als je vanaf 'Jouw bij "«-t Hoekje" rechtdoor zou moeten rijden. De heer Appelboom zegt, inhakend op hetgeen de voorzitter heeft gezegd, gaar ne cijfers te horen. De voorzitter zegt deze niet bij de hand te hebben en zich niet tot het noe men daarvan te laten brengen. De aandrang, welke de heer Appelboom op het college uitoefent, doet de voor zitter opmerken, dat ook het dagelijks bestuur naar een oplossing zoekt. "U doet het voorkomen alsof U tegenover ons zit" zegt de voorzitter, doch in feite werken we beiden voor hetzelfde doel. We zijn hierbij gebonden aan de maatregelen,die de provincie wil nemen en deze instantie gaat uit van objec tieve gegevens en provinciale normen. Wethouder van Aert zegt bang te zijn, dat bij uitvoering van dit plan Huijbergen nog meer doorsneden wordt. De voorzitter zegt dat in deze thans geen besluiten genomen kunnen worden; de zaak blijft echter wel de bijzondere aandacht van het gemeentebestuur houden. De heer Appelboom vraagt, of het schaven van de zandwegen, waarbij de boven ste laag zand hard wordt, een afdoende maatregel is. Wat gebeurt er dan bij em te droge en wat bij een te natte periode? Wethouder van Aert antwoord hierop, dat het geen afdoende maatregel is, doch wel een grote verbetering. Goede ervaringen zijn hierbij in andere ge meenten o.a. in Ossendrecht opgedaan. De heer Appelboom merkt op, dat door de commissie een voorstel is gedaan om meer werken uit te besteden. Het antwoord van B en W doet hem de vraag stellen hoeveel duurder het zou zijn als het onderhoud van de plantsoenen zou worden uitbesteed. De voorzitter antwoordt dat in het college van B en W uitvoerig bij deze aangelegenheid is stilgestaan. Het zal zeker duidelijk zijn dat uitbesteden duurder is als men weet dat thans een beroep kan worden gedaan op WSW—mede werkers, hetgeen de gemeente, nagenoeg niets kost. De heer Appelboom spreekt over de aan te leggen riolering in de l/ossenhol- straat; volgens de nota (pag 6) zal de riolering van de kom en ook deze rio lering rond 1905 aan de persleiding (volgens de planning) kunnen worden aan gesloten. Het zal dus nog 6 jaar duren, voordat er een oplossing voor deze straat gaat komen. -T\

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1978 | | pagina 53