r I -10- Overwegingen Onder punt III artikel 10 lid E.b oefende de P.P.C. in het bericht van overleg aandrang uit op de opgenomen wijzigingsbevoegdheid voor nieuwe agrarische vestiging binnen de aan de orde zijnde bestemming te schrappen. Pag. 6.11 van de toelichting vermeldt dit. Nadere toelichting is, dat door het feit dat de omvang van yekoncentreerde bestemmingseenheden agrarisch gebied met hoge landschappelijke waarde is verminderd - vooral in het gebied waar een potentiële rechtvaardiging voor een nieuw agrarisch bedrijf denkbaar is (deelgebied 5} - de uitsluiting, mede op aandrang van de P.P.C.voor de overige gebieden duidelijker is te stellen. Voorstel: Op grond van deze overwegingen is dit bezwaar ongegrond te verklaren. 1. Bezwaar van de NCB (art. 32 Toelichting) De NCB erkent het grote belang van een goede drinkwatervoorziening en der halve de noodzaak van een passende bescherming. Niettemin hebben zij bij dit artikel en de daarbij behorende op de aanduidingenkaart aangegeven beschermingszones een aantal opmerkingen en wel de volgende: 1. Blijkens de Toelichting heeft intensief overleg plaats gehad met het betreffende waterwinbedrijfZij hebben de indruk, dat zonder meer tegemoet gekomen is aan de wensen van dat bedrijf, zonder dat de nood zaak daartoe voldoende is aangetoond. De Toelichting bevat meer illustratie- gegevens dan concrete gegevens op grond waarvan de noodzaak tot invoering van de thans in dit artikel opgenomen bepalingen zou kunnen blijken. 2. Op kaart 13 van de Toelichting zijn wel het eigenlijke waterwinbedrijf en de eigendommen van dat bedrijf aangegeven, doch uit geen enkele kaart blijkt waar de bronputten zijn gelegen. Daardoor ontbreekt het inzicht in het verband tussen de ligging van de bronputten en het beloop van de beide beschermingszones. Gezien het grillige verloop van de beschermings zones en gelet op het feit, dat de afstand tussen de beide beschermings zones varieert van ongeveer 80 tot 400 meter, lijkt het dat de beschermings zones vrij willekeurig gekozen zijn. 3. Het gestelde op pagina 2.37 en 4.29 van de Toelichting: dat de waterwin- maatschappij er naar streeft binnen zone I zoveel mogelijk gronden in eigen beheer te verkrijgen, achten zij, gelet op het feit dat binnen die zone een vrij groot aantal burgerwoningen, een grote champion- kwekerij annex compostverwerkingsbedrijfeen woonwagencentrum en een camping zijn gevestigd, niet van reële betekenis. Overwegingen Het belang van de drinkwatervoorziening wordt erkend, doch het vermoeden bestaat dat de voorwaarden hiervoor te kritiekloos in de voorschriften zijn vervat zonder nadere verantwoording. 1. In de Toelichting zijn de paragrafen 2.9 en 4*4.4 geheel aan dit onderwerp gewijd. De pagina's 2.37 t/m 2.39 gedeeltelijk geven meer dan een illustratie, de noodzaak van beperkingen weer. De navolgende bladen geven nadere informatie waarbij par. 2.9.3 enig inzicht probeert te geven aangaande de grondwaterstromen, die de zonering mede bepalen. 2. Een kaart welke de ligging van de pompputten aangeeft is niet opgenomen. Zoals in de toelichting vermeld, zijn deze allen gelegen binnen het eigendom van het bedrijf. De ligging van de bronnen zelf bepaalt de zonering. Voor het bestemmingsplan als zodanig is de ligging van de pompputten niet van belang. Wel is bepalend de vastgestelde zonering. Na verloop van tijd zullen nieuwe putten nabij de bestaande als vervanging nodig zijn, waarbij evenwel de zonering bepalend is voor de lokatie. V ;u£r

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1978 | | pagina 36