c f
f
\^/y/
Wij kunnen ons moeilijk indenken, dat wij bij de komende
raadsvergaderingen in deze mooie raadzaal het rustige, vertrouwde ge
zicht van onze voorzitter zullen moeten missen.
Evenals Uw vader en grootvader hebt U oen lange tijd het ge
zicht, het aanzien van Huijbergen mede bepaald. Huijbergen lag en ligt
U na aan het hart.
Uw diep menselijke benadering van alle problemen gedurende
Uw lange ambtsperiode stempelt U tot een karaktervol, hoogstaand mens.
Bij vergaderingen van B. en W. en in do gemeenteraad gaf U
telkens weer opnieuw blijk van een intense bewogenheid en moeleven mat
het wel en wee van de gemeento als gehéél, maar vooral ook mot de mensen
zelf en wij weten, dat het U soms persoonlijk pijn deed, als U - in over
leg mot de gemeenteraad - om bestuurlijke redenen afwijzend moest be
schikken op een ogenschijnlijk redelijk verzoek.
Het zou te ver voeren oen overzicht te geven van alles wat U
in de afgelopen ambtsperiode voor Huijbergen hebt tot stand gebracht;
trouwens de prachtige feestgids en het mooie artikel in het "Brabants
Nieuwsblad" van 23 oktober j.l. hebben Uw bescheidenheid al genoeg op de
proef gesteld.
Eén ding willen wij er nog graag aan toevoegen: U hebt er al
tijd van gedroomd van Huijbergen iets moois te maken. U hebt de kansen
die er lagen met beide handen aangegrepen en met trots mogen wij zeggen,
dat Uw droom werkelijkheid is geworden.
Het lied; "MOOI HUI3BERGEN", dat bij gelegenheid van Uw zil
veren ambtsjubileum werd gecomponeerd spreekt duidelijke taal;
"IN BRABANTS DREVEN
LIGT OMGEVEN
DOOR HET LOVER DER BOMEN
HET DORP MIONER DROMEN.
KLEIN, DUS NIET MACHTIG
WEL FRIS EN PRACHTIG.
MET ZN BOS EN BLOEMENTOOI
IS HUIOBERGEN MOOI 2
Tot slot wil ik U, namens de gemeenteraad, en namens mij
persoonlijk, oprecht hartelijk danken voor de prettige samenwerking,
welke wij altijd mochten ondervindon en wij hopen van harte, dat U - sa
men met Uw echtgenote - mag genieten van vele mooie, gelukkige jaren in
Uw dierbaar Huijbergen.
Ik dank je wel".
Applaus van alle aanwezigen.
Misschien zijn er nog raadsleden, die het woord wensen te nemen; het
woord wordt niet verlangd.
Voorzitter "Dan mag ik misschien even het woord nemen, wethouder.
Heren leden van de Gemeenteraad,
Na waarderende woorden, welke de laatste dagen zijn geuit
wil ik U de verzekering geven, dat een menig opzicht goed bestuur van
de gemeente Huijbergen slechts mogelijk is geweest door de voortreffelijke
samenwerking welke ik mocht ervaren van U wethouders, raad, raadsleden
afzonderlijk, uit het heden en de laatste decennia door de ijver en kun
de van het personeel, het vuur, waarmede de brandweer zijn taak steeds
heeft verricht en riet het minst door de positieve houding van de Huij-
bergse bevolking ten opzichte van de gemeenschapszaak