-5- Bij de destijds vastgestelde begrotingswijziging werd het volle bedrag opgenomen; na de eventuele goedkeuring door Gedeputeerde Staten zal dit dus slechts gedeeltelijk mogen worden uitgekeerd. 5. Verzoek A.A.L. Nelen, Bergsestraat 10 alhier om bijdrage in ver bouwing woon- en winkelpand. Na de voorlezing van dit verzoek geeft de voorzitter hierop een toelichting. De heer Nelen zegt, dat er 2 mogelijkheden zijn n.l. verbou wing of vernieuwing; deze 2e mogelijkheid kan dan nog gesplitst wor den in; a. algehele vernieuwing en b. vernieuwing met behoud van het woongedeelte (waar bij de winkel dan wordt achter uit gebouwd). De Provinciale Waterstaat te 1s-Hertogenbosch heeft de heer Nelen schriftelijk medegedeeld geen enkele financiële medewerking te verlenen en dat de voorkeur aan het pand van de algehele vernieu wing wordt gegeven; voorts deelt deze instantie de heer Nelen mede, dat verbreding van dit weggedeelte meer in westelijke richting (der- halve aan de overzijde) zal plaats vinden; een verzoek tot boven staande verbouwing kan door de heer Nelen worden ingediend. Belanghebbende wil een spoedige beslissing; als hier echter een gedegen advies van het dagelijks bestuur over zou moeten komen, dan zou een voorstel aan de raad nog wel enige tijd uitblijven; o.n. zou dan zeker het advies van het C.I.M. (Centraal Instituut Midden- en Kleinbedrijf) gevraagd dienen te worden. Hiertoe is thans nog geen gelegenheid geweest. Overigens kunnen we aangaande het bovenstaande- nog wel het volgende memoreren; De heer Nelen heeft in het verleden reeds een zestal malen verbouwd; hij kreeg daarvoor van het gemeentebestuur en ook van de Provincie geen medewerking. De heer Nelen heeft zich bij deze beslissingen niet neergelegd en het gemeentebestuur "bij hoog en bij laag" bezv/oren, dat hij niet anders kon. De gemeente en tenslotte ook de Provincie zijn toen overstag gegaan; dit heeft echter zijn consequenties en de Provincie heeft v toen haar beleid zo gewijzigd dat de voorgenomen wegverbreding -.an de overkant zal plaats vinden; derhalve géén provinciale bijdragen meer voor amovering van panden aan de kant van de heer Helen; laat stelijk ook niet voor de 2 pandjes, gelegen naast t gemeentehuis. Het is overigens de vraag nog, of de heer Nelen nu de vereiste ontheffing zal krijgen voor diens voorgenomen verbouwing of de sub b genoemde vernieuwing. In verband met het bovenstaande is het wel duidelijk, dat de Provincie thans geen financiële medewerking meer wenst te verlenen. De heer Nelen vraagt thans de gemeente deze financiële mede werking; gezien 't verleden mag echter worden verwacht, dat op een positieve medewerking van de raad in deze door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant de goedkeuring zal worden onthouden. Het dagelijks bestuur stelt dan ook voor in deze geen bijdrage te verstrekken en de heer Nelen te adviseren zich te wenden tot het Centraal Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf te Amsterdam; teneinde na te gaan, welke subsidie mogelijkheden er zijn. De heer Mouws vraagt nadere informatie inzake mogelijke re constructie en sanerings-subsidiesnaar hij vernomen heeft, zou het pand van de heer Jac. van Aert mogen blijven staan; spreker vraagt, of men toch de zaak niet anders moet draaien en deze reconstructie aan beide zijden moet doen geschieden.

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1976 | | pagina 14