-6- De heer Mouws zegt uiteindelijk te zijn tegen elke vorm van sub sidie; veel mensen tennissen, omdat dit hun op grond van hun finan ciële en maatschappelijke positie mogelijk is. De heer Mouws zegt slechts voor de toekenning van deze subsidie te zijn, als daarmede de deur wordt opengemaakt voor het bedrijven van deze sport door de, als ik het zo mag zeggen, arbeidende klasse. De heer Mobers zegt, dat dit ook de bedoeling is. De heer Mouws zegt, dat dit niet het geval is; naar zijn oordeel is deze sport toch voor de "betere klasse". Als dit niet zo is, dan zeg ik ja. Voorts zegt de heer Mouws, dat je subsidie moet geven, nadat je rekening en verantwoording hebt afgelegd; is er een tekort, dan is een subsidie op zijn plaats. Ookde heer van Aert acht het niet juist, dat een vereniging, die nog niet bestaat, toch al met een subsidie verzoek komt; laten ze eerst eens een jaar bestaan en dan kan overwogen worden of zij sub sidie nodig hebben. Men heeft toch al het voordeel, dat de gemeente zorgt voor de tennisvelden. Wethouder Damen merkt op, dat de laatste jaren via het Opbouw werk z.g. startsubsidies gegeven werden en ook vdór die tijd wer den ze toegekend, b.v. aan het wielercomité. Het is dus niet abnor maal om het thans ook te doen. De heer Mouws merkt nog op, dat tot op heden de tennissport al tijd door een eliteklub bedreven werd; door mensen met een goed inkomen. Laten zij het dan ook zelf betalen. De heer van Aert zegt, dat de plaatselijke Rijvereniging ook steeds zonder .subsidie heeft gewerkt; deze willen het ook niet. Spreker zegt, dat er naar zijn oordeel kosten zijn opgenomen, die niet reëel zijn, zoals de kosten van opening. De heer Mouws stelt tenslotte voor bij een eventueel normale subsidie aanvrage rekening te houden met een ontvangen startsubsi die De voorzitter stelt hierna voor het subsidie vast te stellen op 10,-- per lid, derhalve op 1.150,-- en vraagt of de raadsleden zich hiermede kunnen verenigen. De raadsleden hebben hiertegen geen bezwaren; zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten. f Verzoek van Stichting Katholiek Onderwijs Huijbergen om vergoeding art. 72 l.o. wet voor aanschaffing meubilair en serviesgoed voor ouderavonden. De voorzitter zegt de raadsleden thans terzake nog niet voldoen de te kunnen informeren. In eerste instantie is overwogen op de aanvrage afwijzend te adviseren, aangezien blijkens de jurisprudentie de kosten van ouder avonden niet vallen onder de kosten, genoemd in artikel 72 van de Lager Onderwijswet en derhalve uit de exploitatiekosten genoemd in artikel 101 van die wet. Overleg werd nog gepleegd met de Vereniging van Nederlandse Ge meenten; we weten nu zoveel, dat er vermoedelijk een nieuwe wette lijke voorziening zal komen en wel per 1 januari a.s. De voorzitter zegt dat er in verband met bovenstaande thans nog geen voorstel door het dagelijks bestuur kan worden gedaan en stelt voor in een volgende vergadering hierop nader terug te komen. De raadsleden gaan hiermede akkoord.

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1975 | | pagina 66