m -2- 2Ingekomen stukken; a. Brief Kamer van Koophandel d.d. 15 .januari 1974 betreffende gewest vorming. De voorzitter deelt mede, dat deze Kamer "blijkens de inhoud van dit schrijven voorstander is van één groot gewest West-Brabant, con form het advies van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant aan de Minister van Binnelandse Zaken. Zoals de raadsleden bekend is zijn de West-Brabantse gemeenten het hiermede niet eens en besloten tot de oprichting van een gewest, waar in de regios Bergen op Zoom en Roosendaal zijn opgenomen. De voorzitter merkt op, dat wij ook weinig af weten van de gemeen ten, vallende onder de regio Breda en daarom een binding met deze ge meenten ongewenst wordt geacht. Er is thans even een stilte in deze zaken geweest, doch thans komt er weer wat aktiviteit. De kamer van Koophandel dringt bij het Provinciaal bestuur aan op oplegging van deze gemeenschappelijke regeling. Wellicht hebt U" in de pers gelezen, dat de Kommissaris van de Koningin voor de bespreking van dit onderwerp naar de gemeenten Bergen op Zoom en Roosendaal komt; in een later stadium zullen wij er ook weer wel bij betrokken worden en ter bespreking worden uitgenodigd. De voorzitter leest een gedeelte van het schrijven van de Kamer van Koophandel voor en zegt, dat het bij verschillende gemeentebesturen enige kritiek heeft doen ontstaan. De voorzitter stelt voor het stuk voor kennisgeving aan te nemen, doch zegt verder, dat het wel goed is de materie op de voet te volgen. De raadsleden gaan hiermede akkoord. b. Begroting 1974 van de Intercommunale Reinigingsdienst H.O.P. De voorzitter doet de raadsleden mededeling van de ontvangst van het bovengenoemde stuk. Een van de leden van het dagelijks bestuur heeft zitting in het be- bestuur van de Dienst; er is daarom voor het dagelijks bestuur geen aanleiding voor het maken van opmerkingen. Op voorstel van de voorzitter wordt deze begroting door de raad voor kennisgeving aangenomen. cVerzoek van de St.Kath. Onderwijs Huijbergen d.d. 27 december 1973 om verhoging van vergoeding art. 101 lo wet 1920 i.v.m. aanslag veront reiniging oppervlakte wateren. De voorzitter leest het schrijven van de genoemde stichting voor en licht dit nader toe. Naar het oordeel van het dagelijks bestuur betreft dit inderdaad een onvoorziene uitgave, om welke reden er aanleiding bestaat aan het verzoek te voldoen. De uit te betalen vergoeding zal bij toekenning bedragen 350 x 3,40 1.190, Ook in andere gemeenten, b.v. Oosterhout, wordt in dit geval be sloten tot verhoging van het bedrag per leerling. Bij de vaststelling van het bedrag per leerling is destijds gesteld, dat, als het vastgestelde bedrag te weinig blijkt te zijn, men hierop terug kan komen. In verband met deze hogere uitgave acht het dagelijksbestuur de toekenning van de gevraagde hogere vergoeding wel gemotiveerd en stelt voor tot toekenning hier van over te gaan. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad x tot de vaststelling van een wijziging van de gemeente-begroting, waar in deze verhoging is opgenomen. x

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1974 | | pagina 3