f -6- De voorzitter zegt toe bovenstaande met de Dienst Gemeentewerken op te zullen nemen, d. Afbouw 2e kleedlokaal. De heer Goossens wijst op de slechte voortgang van de bouw van het tweede kleedlokaal; zand en stenen liggen thans op de weg. Spreker vraagt, waarom de vereniging dit niet afwerkt; als er wat meer inte resse was geweest, had 't al klaar moeten zijn. De voorzitter merkt op, dat onze technische dienst dit heeft voor zien en daarom ook heeft geadviseerd dit werk niet door de plaatselijke voetbalvereniging te doen uitvoeren; de nodige aandacht zal hieraan worden besteed. Wethouder van der Velden deelt nog mede, dat deze vereniging zal worden aangeschreven. 6a Afscheid van het raadslid, de heer Vos. De voorzitter richt zich in een korte toespraak tot het scheidende raadslid, de heer Vos. U bent, aldus spreker, gedurende 2 perioden lid van de raad van deze gemeente geweest. De raad heeft in deze perioden van Uw deskundige adviezen mogen profi teren en IJ hebt daarbij altijd de belangen van Uw gx'oepering gediend. Ik weet zeker, dat ik namens de gehele raad spreek, als ik U van harte dank, voor de wijze, waarop U dit steeds hebt gedaan. In deze perioden is, na de verwoesting, wel heel veel gebeurd; speci aal op het gebied van de woningbouw is veel tot stand gekomen. Voor IJw medewerking daarbij, uw kollegialiteit in de raad en Uw snedige opmerkingen zijn wij U bijzonder dankbaar. De voorzitter spreekt de hoop uit, dat TJ de belangen van Huijoer- gen, zonodig in Uw fraktie, steeds zult blijven behartigen; daarbij is de demokratie in deze gemeente zeker gediend. Met een handdruk neemt de voorzitter daarna, mede namens de raad, afscheid van de heer Vos. De heer Vos dankt hierna de voorzitter en de raadsleden voor de prettige samenwerking en de gezellige sfeer, en spreekt daarbij de hoop uit, dat Huijbergen mag blijven. 7. Sluiting. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering met gebed. Aldus vastgesteld door ele raad der ge meente Huijbergen, in zijn op^nb^re vergadering, gehouden/op>o De Wethouder,

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1974 | | pagina 37