r 3'
-4-
h. Brief van Gedeputeerde Staten van Woord-Brabant d.d. 27 februari 1974
betreffende vergoedingsregeling raads- en commissievergaderingen.
De voorzitter leest het schrijven van Gedeputeerde Staten van
Noord-Brabant voor en licht dit nader toe; Gedeputeerde Staten wensen
deze vergoedingen nader vast te stellen en o.a. voor de gemeenten be
neden de 10000 inwoners te bepalen op 55»-- voor een raadsvergade
ring en op 41525 voor een commissievergadering. De raad moet ter
zake worden gehoord.
De heer van Aert deelt mede dit geweldig overdreven te vinden;
"We zitten hier toch vrijwillig en we hoeven toch hier te zitten" was
diens oordeel.
De voorzitter zegt begrip te hebben voor het standpunt van de
heer van Aert; dat wil echter niet zeggen, dat er dan nog geen belo
ning voor deze werkzaamheden mag worden geven. Eegs'n raadslid die zijn
functie goed wil vervullen, moet zich goed op de hoogte houden van vele
zaken. Dit vereist overleg met vele andere personen en instanties en
brengt daarbij ook kosten met zich mee; daarbij moet veel vrije tijd
ter beschikking worden gesteld.
De heer Goossens merkt op, dat deze functie inderdaad vrijwillig
wordt aanvaard, doch dat ge daarbij echter in dienst staat van de ge
meenschap.
De heer Hectors zegt, dat niet te licht tegen deze functie moet
worden opgezien; het heeft heel wat om het lijf; het hele jaar door
moeten daarbij heel wat gesprekken o.m. telefonisch te worden gevoerd
en ritjes te worden gereden. Aldus bezien, is de voorgestelde vergoe
ding nog niet zo erg hoog.
De voorzitter zegt nog. dat in onze gemeente de vergaderingen nog
in de avonduren worden gehouden; was dit niet zo, dan kwam je .er met
die 55,-- helemaal niet uit.
Als de raad zou voorstellen, dat geen prefentiegeld dient te wor
den toegekend, dan zou dit volgens de mening van de voorzitter een
unicum in Nederland zijn.
Over het bedrag van deze vergoedingen wordt verder door de Belas
tingdienst nog een inkomstenbelasting geheven; de vergoeding is wel be
doeld als een bestrijding vr.n de onkosten, doch niettemin komt er deze
uitgr.ve nog bovenop.
De voorzitter vraagt of de raadsleden terzake nog een besluit wil
nemen.
De heer Hectors zegt graag de mening van de overige raadsleden te
horen.
De heer Mobers stelt voor geen bedenkingen te maken.
De voorzitter zegt te konstateren, dat er vanuit de raad geen
voorstel komt tot de afschaffing van deze vergoeding, zodat alles wel
bij het oude zal blijven.
Gedeputeerde Staten gaan derhalve wel over tot de vaststelling
van dit precentiegeld zoals hierboven is aangegeven.
iBrief voorzitter Streekgewest Westelijk Noord-Brabant d.d. 28 maart
1974 met verzoek te benoemen leden van de gewestraad.
Zoals de raadsleden bekend is en hierboven onder punt 3c nog werd
medegedeeld is het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant inede een be
stuurlijke organisatie geworden.
Volgens de regeling dienen de raden van de aangesloten 17 gemeen
ten spoedi^over te gaan tot de samenstelling van een gewestraad, waar
bij de raad van deze gemeente een lid en een plaatsvervangend lid
aanwijst.