w
5.
De voorzitter herinnert de raadsleden eraan, dat in het jaar
1964 door de raad een besluit werd genomen, waarbij de verkoop
van gronden, vallende in het grondbedrijf, werd gedelegeerd aan
het kollege van burgemeester en wethouders.
In dit besluit staat o.m. de bepaling, dat na de kadastrale
opmeting verrekening van de koopsom zal plaats vinden naar de
werkelijke grootte van het verkochte.
Deze kadatrale opmeting duurt evenwel zeer lang en eerst na
geruime tijd komen dan deze juiste gegevens ter gemeente-sekre-
tarie binnen5 we zijn thans tot de ontdekking gekomen, dat er
nogal wat verschillen zijn en dat nog een groot bedrag moet
binnen komen.
Kopers maken bezwaar tegen deze late afrekening en baseren hun
bezwaar op een artikel, wat heeft gestaan in het (maand)blad
"Eigenhuis"; hierin staat n.l., dat deze afrekening dient te ge
schieden binnen 1 jaar na de levering, dit ingevolge een bepaling,
welke gesteld is in het Burgerlijk wetboek.
Bij nader onderzoek is gebleken, dat we daar inderdaad te laat
mee zijn en dit zal de gemeente vermoedelijk duizenden guldens
kosten.
We hebben over deze aangelegenheid adviezen gevraagd aan een
notaris en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten; de zaak is
thans bij het kollege van burgemeester en wethouders in verder
onderzoek.
Teneinde soortgelijke gevallen in de toekomst te kunnen ver
mijden, dient het onderhavige raadsbesluit te worden gewijzigd
komform het thans voorliggende voorstel. Dit voorstel houdt in,
dat het dagelijks bestuur het kadaster opdracht kan geven het ge
kochte op te meten teneinde te zorgen, dat de koper binnen de in
artikel 1525 van het Burgerlijk V7etboek gestelde termijn van
1 jaar kan verrekenen. Bij niet tijdige betaling is buiten het
verschuldigde bedrag tevens een boete verschuldigd.
Het dagelijks bestuur stelt voor tot de vaststelling van het
nieuwe besluit over te gaan.
Na een korte beraadslaging besluit de read zonder hoofdelijke
stemming hiertoe.
6. Voorstel tot vaststelling van een verordening: op de heffing
van rioolbelasting, aanlegbelastinghondenbelasting en
straatbelasting.
De voorzitter deelt mede, dat Gedeputeerde Staten hebben be
richt, dat in de ingezonden verordening, welke door de raad in
de vorige vergadering werden vastgesteld, geen rekening is ge
houden met de redactie van de nieuwe wet.
De verordeningen zijn thans aangepast aan deze bemerkingen van
Gedeputeerde Staten; het dagelijks.bestuur stelt voor tot vast
stelling van de gewijzigde verordeningen over te gaan.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit
de raad hiertoe.