f
4.
Met deze verouderde eigenverordening kan terzake niet
opgetreden worden! 4e afd. N. Brabant heeft thans een geheel
nieuwe algemene politieverordenirg ontworpen, waardoor wel
licht beter tegen overtredingen, als in dit schrijven genoemd
kan worden opgetreden. Deze nieuwe ontwerp-verordening is in
middels getoetst door de bepaalde rechtbanken. Het zal dus
mogelijk zijn deze nieuwe verordening spoedig de raad ter vast
stelling aan te bieden.
We zullen dan de nodig» maatregelen kunnen nemen, waartoe we
thans niet de bevoegdheid hebben.
Dit is de publiek/-zijde van dit agendapunt, aldus de voor
zitter! er is echter ook een privaatrechtelijkei o.m. het lawaai
's-morgens vroeg.
Tegen dit euvel kan worden opgetreden omdat er in de koop
akte een artikel staat, inhoudende, dat de koper het verkochte
overeenkomstig het beoogde doel dient te gebruiken.
De heer van Aert vraagt, of het dus ter plaatse verboden is
een bedrijf uit te oefenen. De voorzitter bevestigt dit.
De heer van Aert vraagt, wat onder een bedrijfdiex^t te worden
verstaan; naar zijn oordeel kan in het geval van de heer van
Kempen niet van een bedrijf worden gesproken.
De voorzitter deelt mede, dat de gebouwen alleen voor woning
doeleinden, en nergens anders voor mogen worden gebruikt.
Wethouder Verhaert merkt op, dat ter plaatse ook een olietank
en zuurstofflessen liggen.
De heer Hectors zegt ter plaatse geweest te zijn; het geheel
ziet er w^t slordig uit; de persoon, waar het hier om gaat, kan
wellicht verzocht worden dit te verbeteren.
De voorzitter merkt op, dat voor de aanwezigheid van een
olietank en gasflessen, ook wel een vergunning ing. de Hinder
wet vereist zal zijn.
De heer Vos zou graag zien, dat zowel de Landrover als
caravan van de weg werden verwijderd.
De heer Goossens vindt de aanwezigheid van enkele gasflessen
op de weg zeer gevaarlijk.
De voorzitter zegt weinig heil te verwachten van een gesprek.
De heer van Aert vraagt de voorzitter, waarom hij dit denkt.
Wethouder Damen zegt, dat het kollege al eens meer met deze
man heeft gesproken.
De heer Goossens stelt voor een behoorlijk met deze man te
praten. De voorzitter zegt dit al vaak genoeg te hebben gedaan,
ook telefonisch.
De heer van Aert zegt te vermoeden, dat alles 't gevolg is van
een ordinaire buren ruzie.
De voorzitter zegt, dat dit wel waar kan zijn, doch dat deze
toestand hier niet mag blijven.
Wethouder Verhaert zegt, dat autos ter plaatse niet kunnen
draaien en dat ook de vuilniswagen niet verder kan.
De heer van Aert zegt van mening te zijn dat in het schrijven
veel wordt overdreven en niet juist wordt gesteld, o.m. inzake
de overlast van de brommers. Spreker verzekert, dat dit niet gebeurt
door de brommers die lid van de vereniging zijn, doch door hen,die
geen lid van de club zijn.