r
3.
c. Verzoek dd. 9 nov. 197 2 van Mevr. S. Bolt«ng e.a. alhier
tot verkoop van het binnenterrein tussen Handekenskruid
en Dorpstraat.
De voorzitter herinnert eraan, dat dit punt al meer ter
sprake is geweest in een raadsvergadering; er werd toen be
sloten het terrein niet te verkopen.
Het standpunt van het dagelijks bestuur is in deze met
veranderd en wel om de destijds gegeven motieven. Voorts xs
het zo, dat, als we deze mensen gerieven, er weer anderen
niet tevreden zullen zijn.
Wat we er mee gaan doen is ter beslissing van het gemeente
bestuur; destijds is wel het kweken van plantsoenen genoemd,
maar het terrein kan ook voor andere doeleinden gebruikt worden.
Het is verder begrijpelijk, aldus de voorzitter, dat velen
voor heel weinig geldeen grotere tuin willen hebben; de ge
meente kan het echter goed voor andere diensten gebruiken.
De heer van Aert vraagt, of de gemeente behoefte heeft aan
een dergelijk terrein en zegt, dat, als de gemeente het z#
laat liggen, dit beter maar verkopen kan.
Wethouder Verhaert zegt, dat het altijd goed is dat een
gemeente een terreintje beschikbaar heeft, wat voor verschillentc
doeleinden. gebruikt kan worden; eerst werd gedacht aan beplan
ting, nu hadden we ruimte voor het deponeren van stenen. Thans
wordt gedacht aan speelterrein mogelijk wordt het daarvoor
gereserveerd.
De voorzitter is met de raadsleden van oordeel, dat geen
voortijdige beslissing tot verkoop moet worden genomen; be
lang hebben zullen aldus worden bericht.
d. Verzoek v.d. afd. N. Brabant v.d. Ver. Ned. Gem, dd. 10.
■juli 1972 om toetreding tot de gemeenschappelijke rege
ling betr. de bestuursacademie Noord-Brabant.
In de vorige vergadering werd dit punt aan de orde gesteld.
een besluit werd toen niet genomen.
De voorzitter licht het verzoek nader toe en zegt daarbij,
dat, als 2/3 gedeelte van de Brabantse gemeenten deelnemen,
de gemeenschappelijke regeling doorgang kan vinden.
Het is slechts sporadisch, dat een ambtenaar uit deze ge
meente een opleiding op de academie volgt; om deze reden meent
het dagelijks bestuur te moeten voorstellen -mede geziende
kosten- niet aan deze gemeenschappelijke regeling deel te nemen.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit
de raad hiertoe.
e. Verzoek van Mevr. Th. de Vette alhier om maatregelen tegen
milieu bedervende praktijken.
De voorzitter geeft een toelichting op de inhoud van het
schrijven van Mevr. de Vette, hetwelk op verzoek van de voor
zitter door de heer Looijen wordt voorgelezen.
De situatie op het bedoelde gebied is alle raadsleden wel
bekend; de problemen zijn ook vaak genoeg met de Rijkspolitie
besproken i.v.m. mogelijke overtreding van wegenwet, wegenver»
keerswet en plaatselijke politieverordening.