De heer van Hoof bevestigt dit.
De voorzitter zegt dan, dat dit dus inhoudt, dat U voor de
laatste maal aan de raadstafel zult aanzitten.
We zullen daarom thans als raadslid afscheid van U moeten nemen
na een raadslidmaatschap van 17 jaar.
De voorzitter doet dit in een korte toespraak, waarin hij de heer
van Hoof prijst voor zijn grote belangstelling voor de publieke
zaak| nooit hebt IJ daarbij een blad voor de mond genomen? wat in
Uw hart lag, hebt U ook op de tong gelegd, zegt spreker, waarbij
deze wil aangeven, dat de heer van Hoof altijd openlijk en vrij
moedig heeft gesproken.
De raad mag daarvoor wel zeer dankbaar zijn.
Niet alleen echter als raadslid, doch ook in het verenigings
leven hebt U aktief deelgenomen? de couranten van de laatste
dagen hebben ons hierover nog een uitvoerig geinformeerd.
Een enkele notitie meent spreker echter nog wel te mogen maken
en noemt daarbij de heer van Hoof als een van de bestuursleden,
die de plaatselijke buurtvereniging in het leven heeft weten te
houden.
De voorzitter ziet hierin een stukje demokratie. We lezen n.l.
zo veel over schaalvergroting; een van de nadelige gevolgen zal
zijn, dat de band tussen bestuurder en bestuurde weggaat. Daarom
moeten er weer wijkraden worden opgericht om de band tussen de
buurtbewoners te verstevigen.
Bij de plaatselijke brandweer was de heer van Hoof vorig jaar 25
jaar lid, waarvoor een onderscheiding werd uitgereikt; dat de
vrijwillige brandweer hier goed funktioneert is mede aan Uw mede
werking te danken.
De voorzitter dankt aan het slot van zijn toespraak de heer van
Hoof voor alles, wat hy in het belang van deze gemeenschap heeft
gedaan en hoopt, dat het hem en zijn gezin zeer goed mag gaan.
De heer van Hoof dankt hierna de voorzitter en alle raadsleden
voor de prettige wijze, waarop hij in deze jaren met hen heeft
mogen samenwerken. De laatste jaren is er nogal wat in onze
samenleving veranderd; er worden ook hier veel woningen gebouwd
spreker hoopt, dat Huijbergen spoedig zijn 2000 ste inwoner zal
mogen begroeten.
b. Standplaats woonwagens.
De heer Vos vraagt enkele inlichtingen over de standplaats van
woonwagenbewoners en vraagt, of deze uir de Boomstraat nog niet
verwijderd kunnen worden.
De voorzitter beantwoordt de vragen van de heer Vos en zegt daar
bij o.m. dat eerst het woonwagenkamp volledig gereed zal moeten
zijn, waarna tot verwijdering van wagens kan worden overgegaan.
c. Beregening Sportterrein.
De heer Hectors zegt, dat het sportveld veel te lijden heeft van
wege de droogte en vraagt, of het terrein niet beregend kan worden.
Wethouder Verhaert deelt mede, dat bij de Dienst Openbare Werken
2 begrotingen gereed liggen voor de totstandkoming van een be—
regeningsinstallatie
De voorzitter zegt, dat in verband met de hoge kosten van water
verbruik bij de NV Watermij Zeeland, het gewenst is, dat nagegaan
wordt, of de nortonput van de voormalige zuivelfabriek hiervoor
benut kan worden; spreker verzoekt wethouder Verhaert dit mede
nat te gaan Zo nodig kan door de brandweer nog bespoten worden.