5.
Het dagelijks "bestuur is van oordeel, dat betrekkelijk
weinig zaken in zo'n groot gebied door één instantie behartigd
kunnen worden; men vindt het daarom wel vrat teveel gevraagd
om voor héél West-Brabant één gewest te vormen. Wel zon dit
b.v. kunnen geschieden bij de navolgende taken; Politie,
Vuilverwerking en het vervoerswezen.
Het lijkt het dagelijks bestuur daarom verstandiger tot de
samenwerking in kleinere regios te geraken. Het kontakt
tussen bestuurder en bestuurde zal ook hierbij meer in stand
blijven.
Het dagelijks bestuur stelt dan ook voor aan het voor
liggende verzoek geen adhaesie te betuigen en het verzoek
terzijde te leggen.
Na een korte beraadslaging besluit de raad zonder hoofde
lijke stemming hiertoe.
hBezwaarschriften van v.d. Berg te Schiedam en Mei, v.d. Berg
te Rotterdam tegen aanslag woonforensenbelasting 1970»
De voorzitter verzoekt de heer Looijen een nadere toelichting
op de bezwaarschriften te geven; de heer Looijen geeft na
volgende toelichting en advies;
De heer v.d. Berg Schiedam deelt mede wegens ziekte geen
gebruik van zijn huisje gemaakt te hebben; geen reden om de
genoemde belasting niet te heffen.
Mej. v.d. Berg Rotterdam deelt mede in verband met verwijdering
van haar caravan niet in de gelegenheid geweest te zijn op
haar terrein te kamperen; voorts rijst de vraag of dit een
gebouw is in de zin van de Woningwet; geadviseers wordt deze
aanslag van het kohier te schrappen.
De voorzitter stelt voor conform het bovenstaande te be
sluiten zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hiertoe.»
i. Kascontrolerapporten.
De voorzitter geeft een korte toelichting op de inhoud van
deze rapporten» waaruit blijkt, dat de kassen kloppen.
In een paar gevallen blijkt de huurachterstand erg hoog te
zijn; de betreffende personen werden mede op aandrang van
Gedeputeerde Staten aangeschreven; in een geval werd huurder
bij deurwaardersexploit gemaand tot een spoedige betaling
van de te hoge huurachterstand,
De raadsleden nemen het bovenstaande voor kennisgeving aan.
Voorstel tot wijziging van de ^erordenina op de recreatie-
woonverblijven.
Een exemplaar van de verordening met het voorstel van het dagelijks-
bestuur werd aan de raadsleden toegezonden.
De voorzitter meent dat de raadsleden voldoende gelegenheid hebben
gehad om het raadsvoorstel te bestuderen; spreker acht het om de
gegeven redenen zeker gemotiveerd in sommige gevallen een perma
nente bewoning in onbeheerd staande zomerhuizen toe te staan.
De heer Hectors vraagt, of dit in kan houden, dat deze woningen
ook nog verbouwd kunnen worden.
De voorzitter zegt in antwoord "hierop, dat dit aan de hand van de
-voorschriften van het bestemmingsplan nagegaan kan worden.
Na een korte beraadslaging besluit de raad zonder hoofdelijke
stemming tot de vaststelling van het bovengenoemde voorstel.