O O 4. Geachte jubilaris wij hebben U vanaf Uw kinderjaren gevolgd; samen gingen we naar school, naar de jeugdclub voor sport en spel en wat zoal voorkwam en daarom is het ook zo leuk en aangenaam en mogen wij ons steeds nog gelukkig prijzen, dat wij U als burgemees ter kregen. Het was ook zowat historische traditie geworden in Huijbergen; Uw vader op te volgen, na een tussenperiode dan wel; Uw vader was ook zijn Vader in de voetsporen getreden, dus het was allemaal zo Huijbergs als het maar zijn kan, iets bijzonders eigenrijk. -Voor Uw werk, dat ge hebt gedaan in al die tijd voor onze gemeente zijn wij U terecht zeer dankbaar; het is altijd niet even lief en prettig geweest door de tijdsomstandigheden die zeer variërend waren, maar het spreekt vanzelf; U moest een koers varen die uitgestippeld was door de Prov. Overheid om een gesteld doel te bereiken; dit is altijd niet eenvoudig en aangenaam en dan zegt men ook wel eens, warom doen ze dat in Godsnaam zo, of hebben ze voor ons nu niet meer over enz. Deze mensen zullen het misschien wel bo ter kunnen bekijken als wij dat kunnen en 1?at ons hopen dat ze het ook werkelijk goed doen, maar alles samenge.Vit, burgemeester, kunnen wij toch terugzien op een vruchtbaar verleden voor onze gemeente, waar U zeker een zeer groot aandeel aan hebt geleverd en war ge ook zeker de hulp van Uw echtgerfte bij hebt ondervonden. Ik wil dan ook doze korte toespraak eindigen om U namens ons allen nogmaals tc danken en verder de wens uitsproken dat ge toch minstens tot Uw p nsioengercchtigde leeftijd bij een goede gezondheid voor U beide samen met ons moogt werken naar Uw en or ze ide-len voor onze zelf- st ndige gemeente en dan daarna met Gods zegen nog lang van Uw verdiende rust moogt genieten. Hierop hopen en vertrouwen wij allemaal. Ik dank U wel. De heer van Agtmaal dankt hierna het r -dslid, de heer Hectors voor diens gehouden toespraak en gaat op enkele punten hiervan nader in. Vanaf mijn jeugd heb ik contact met U allen gehad en we kennen elkaar stuk voor stuk. De uitvoering van de ma tregelen, welke ik m verband met de toepassing van de wet moet nemen, heb ik zoveel mogelijk met de belangen van de eigen mensen rekening gehouden; ik heb mij daarbij inderdaad meer een burgervader dan een burgemeester getoond. Ik ben blij te horen dat de raad begrip heeft voer mijn wijze van optreden in de raad; mijn spreekvaardigheid is mede alsgevolg van mijn slecht gehoor niet zo erg groot en ik waardeer het, dat ki£ryoor steeds begrip heeft getoond. Zoals de heer Hectors ^CGK s j6"*"' kneld ik niet van afhameren en geefe3e voorkeur aan met w rï. van &6<iachten ie wisselen in een rustige diskussie, waardooor degelijke hesluiten genomen kunnen worden. De gemeenten zijn geintegreerd in een onderdeel des lands; van ae gemeentelijke autonomie blijft daarom niet veel meer over. "~4" 'P -1 c l

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1970 | | pagina 45