O 3. Voorts deelt de wethouder mede, dat ook de gemeente Huijbergen het werk van de heer van Agtmaal weet te waarderen. De wethouder verzoekt de ontvanger van deze gemeente dit geschenk ondei' couvert uit t e reiken; de heer Looijen voldoet aan dit verzoek en felici teert hierna de hoer en mevr. van Agtmaal met dit jubileum en de ontvangen gemeentelijke onderscheiding. De wethouder eindigt zijn toespraak met het uitspreken van de hoop, dat de burgemeester nog vele jaren voor onze gemeenschap werkzaam zal mogen zijn en dat dit in de beste gezondheid mqg wor den beleefd; de beste wensen gaa.n hierbij ne&e uit naar Uw hele gezin. De heer van Agtmaal dankt hierna wethouder Damen voor de waar derend-' woorden, welke hij mede namens de raad tot hen heeft gericht spreker is de raad zeer erkentelijk voor de onderscheiding welke hem werd toegekend. Ik had daarop niet durven rekenen en had^slechts de gedachte, dat dit mij eerst aan het einde van mijn ambtelijke loop baan mogelijk ten deel zou kunnen vallen. Ik ben zeer blij met deze onderscheiding, dank ook voor het ge schenk van de gemeente onder couvert en voor het bloemstuk, hetwelk U mijn echtgenote hebt aangeboden. De wethouder heeft, aldus de heer van Agtmaal, heel wat feiten^ opgesomd; ik mag daarbij evenwel stellen, dat dit alleen bereikt is kunnen worden door een prettige samenwerking met Uw read en het ge- meent epersoneel Ik hoop, dat we ook in de toekomst nog vele belangrijke beslis singen voor deze gemeente zullen kunnen nemen. f. Gelegenheid voor de andere raadsleden tot het voeren van het woord Wethouder Damen vraagt, of een van de aanwezige raadsleden het woord wenst. Het raadslid,de heer J.A.Hectors, verzoekt het woord en richt zich hierna met de navolgende toespraak tot de jubilaris: Zeer geachte Jubilaris, gouden ereburger en echtgenote. Het is mij dan gegund, namens onze raadsleden een kort woordje- tot U te spreken. Door onze wethouder is reeds gememoreerd wat U zoal in Uw 40 jarige dienstloopbnvn, eerst als ambtenaar en secre taris, later als burgemeester hebt gedaan en ook hebt ondervonden, wij weten dit ook allemaal nog tamelijk goed omdat wij het ook van dichtbij hebben meegemaakt, dus dit wilde ik niet herhalen, wel wilde ik zeggen en hier heb ik nog dikwijls aan teruggedacht, -toen U benoemd was tot burgemeester en werd geinstalleerd wat nu bijna 25 jaar geledeh is, werd door een burgemeester uit een naburige l3omeente geuit-"Ja mensen van Huijbergen jullie hebben nu wel door de commissaris van H.M. de Koningin een burgeme-.-ster toegewezen ge kregen," -maar deze man zal méér voor jullie zijn een Burgervader dan wel een meester. -Kijk deze burgemeester sprak de waarheid, wij hebben steeds van U ond rvonden, dat ge met zachtmoedigheid en he-^ raadzaamheid probeerde 0 handelen- en zelfs wanneer er wat critiek door de een of ander werd geleverd U altijd zeer rustig en kalm ging verder redeneren en probeerde aan ieders redelijke zin dan als dat maar enigzins mogelijk was toch in meerdere of mindere mate te vcl^r Ik durf zelfs te zeggen, dat het wel eens is voorgevallen dat wi, na een tamelijk heftige discussie, waarbij iedereen natuurlijk dach gelijk te hebben, na afloop hoorden; "wat bliiftde voorzitter toch kalm" er waren er toen wel bij die graag hadden gezien dat eons flink op de tafel had geslagen, maar dit gebeurde niet; misschien was dit wel goed, maar ik noem het toch een prestatie.

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1970 | | pagina 44