7. Voorstel tot vaststelling van een nieuwe verordening bezoldiging brandweerpersoneel De voorzitter was van oordeel, dat het ontwerp van dit voorstel reeds naar do raadsleden was verzonden; dit blijkt niet het geval te zijn. Het ontwerp wordt thans aan de raadsleden afgegeven, waarna het wordt voorgelezen. Na een gegeven toelichting door de voorzitter deelt de heer van Hoof mede, het in grote lijnen wel met de inhoud van het ontwerp eens te zijn; do vergoeding voor de commandant en ondercommandant zag spre ker evenwel graag lager gesteld. Zij dienen daarnaast wel in aanmer king te komen voor de normale oefenvergoeding, waardoor deze funktiona- rissen dan zeker tot het bedrag der thans voorgestelde vergoedingen kunnen komen. Het voordeel van dit systeem is, aldus de heer van Hoof, dat deze personen dan ook meer belang hebben bij het houden van meer oefeningen, want hiermede is het de laatste jaren hopeloos. Wethouder Damen verklaart zich met het voorstel van de heer van Hoof akkoord en ook de overige raadsleden tonen daarna geen bezwaar te hebben tegen deze wijziging. De voorzitter doet in verband met bovenstaande het voorstel om in artikel I het bedrag der vergoeding voor de commandant en de ondercom mandant te brengen op resp. 580,-- en ƒ.230,en voor de omschrij ving van artikel II sub 1. te lezen "Een vergoeding per oefening of cursusavond". Na deze wijzigingen gaan de raadleden zonder hoofdelijke stemming akkoord met het voorstel van het dagelijks bestuur. 8. Voorstel wijziging begroting 1968 in verband met aanmerkingen van Ged.Staten van N.Brabant. De voorzitter deelt de inhoud van de nota van aanmerkingen van Ged. Staten mede; de belangrijkste punten daaruit zijn, dat het hoofdstuk Sociale Voorziening (uitkeringen Alg.Bijstandswet) te laag zijn ge raamd en dat geen vergoeding voor het geven van "vakonderwijs werd geraamd. Voor laatstgenoemde vergoeding is n.l. geen verzoek ingekomen. Op verzoek van de voorzitter geeft de heer van Wijk een nadere toe lichting en deelt o.m. mede, dat het gemeentebestuur in de mening ver keerde, dat geen vakonderwijs meer gegeven werd; do aanvragen vergoe ding vakonderwijs zijn pas kort geleden ingekomen en werden hiervóór door de raad behandeld onder punt 3 su^ j* Er moet dus alsnog een uit gave voor dit doel ad ƒ.10000,geraamd worden. Ged.Staten willen persé een verhoging van de post Sociale Voorziening; terzake dient een verhoging van ƒ.7000,te worden geraamd. In verband met bovenstaande dienen de nodige bezuinigingen in de begroting te worden aangebracht, welke verwerkt werden in de thans ter vaststelling aangeboden wijziging. Het begrotingstekort bedraagt thans nog ƒ.19000,--. De voorzitter deelt mede, dat de begroting ontzettend belast wordt in verband met de hoge rente, welke verschuldigd is in verband met de financiering van nieuwe kapitaalsuitgaven; het zal daarom noodzakelijk zijn bij de raad spoedig aan te komen met voorstellen tot belasting verhoging of vaststelling van nieuwe belastingen; spreker noemt o.m. de verhoging van de straatbelasting en de vaststelling van de woonfo- rensenbelasting De heer van Y/ijk merkt nog op, dat voor de de :ing van dit tekort ad ƒ.19000,-- beschikt kan worden over de reserve van vorige dienst jaren; mede zullen uit deze reserve moeten worden gedekt do inmiddels door Ged.Staten van N.Brabant reeds goedgekeurde begrotingswijzigingen welke het tekort ad ƒ.19000,— nog verhogen met ƒ.11000,-- en derhalve brengen op ƒ.30000,--; de betreffende wijziging tot de dekking van deze uitgave ad ƒ.11000,d.m.v. beschikking van een gedeelte van genoemde reserve wordt de raad eveneens ter vaststelling aangeboden.

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1968 | | pagina 20