i. Brief Veren.Ned.Gem.Afd.N.Brabant betr. bi.idraae in kunstwerk voor
Statenzaal den Bosch.
Het is een ongeschreven regel, aldus de voorzitter, dat bij de tot
standkoming van een openbaar gebouw 1 °jo van de stichtingskosten mag wor
den besteed voor de aanschaffing van een kunstvoorwerp.
Terzake zijn door de bovengenoemde afdeling en de Provincie Noord-
Brabant de nodige besprekingen gevoerd; na dit overleg is de keuze geval
len op een gobelin in de ontvangstzaal en de toegangsdeur tot de Staten
zaal
De Afdeling N.Brabant vraagt nu aan alle gemeentebesturen van deze
provincie of zij kunnen instemmen met de aanbieding als geschenk van
toegangsdeur tot de Statenzaal, waarvan de kosten geraamd worden tussen
ƒ.150000,en ƒ.200000,en of de gemeenten bereid zijn in de kosten
ervan een eenmalige bijdrage te verlenen van 10 cent per inwonerhet
geen neerkomt op ƒ.170000,--.
De voorzitter merkt op, dat over deze deur nogal wat geschreven is
en blijkbaar iedere gemeente zijn eigen oordeel heeft over dit geschenk;
spreker meent, dat wij ons hierin maar niet te veel moeten verdiepen en
gewoon maar dienen te besluiten de gevraagde bijdrage beschikbaar te
stellen; dat is altans het voorstel van het dagelijks bestuur.
De heer van Hoof laat zich in negatieve zin uit over dit geschenk;
spreker vindt het te zot om over te denken om ƒ.170000,-- beschikbaar
te stellen voor een deur. Het tekort op onze begroting is al groot; dat
dubbeltje per inwoner kan er nog wel bij, aldus de heer van Hoof.
De voorzitter acht het belangrijk, dat we solidair zijn met de meeste
andere gemeenten in deze provincie; het dagelijks bestuur stelt voor
er niet verder over te praten waarvoor onze bijdrage zal worden besteed
en de gevraagde bijdrage beschikbaar te stellen.
Na een korte beraadslaging besluit de raad zonder hoofdelijke stem
ming hiertoe.
j. Verzoeken van het bestuur der ulo-school InstSt.Marie om vergoeding_
van kosten vakonderwijs over 1966 en 1967.
De voorzitter geeft een nadere toelichting op do ingekomen verzoeken
en maakt daarna het voorstel van het dagelijks bestuur aan de raad
kenbaar; de drie ontwerp-besluiteninhoudende;
a. de toekenning van een vergoeding over 1966 ad ƒ.4587 531»
b. de toekenning van een vergoeding over 1967 ad 9820,73 en
c. de toekenning van een spaarpremie over 1967 ad ƒ.11,52
worden daarna door de voorzitter voorgelezen.
De aangevraagde vergoedingen bedragen resp. ƒ.21908,62, ƒ.22428,89
en ƒ.39563.
De voorzitter deelt mede, dat tot een gedeeltelijke afwijzing van de
aanvragen de navolgende redenen zijn; a. het niet uitsluitend geven van
vakonderwijs door de betreffende leraar, b. het afvoeren van de vakken
Nederlands en Lezen en c. de telate indiening van de aanvrage.
De voorstellen van het dagelijks bestuur zijn opgemaakt na de ter
zake verkregen adviezen van Gedeputeerde Staten van N.Brabant en de
Inspecteur van het ULO Onderwijs.
Met betrekking tot de telate indiening van de aanvrage wordt de be
slissing aan de gemeente zelf overgelaten; het voorstel van het dage
lijks bestuur houdt in alsnog de vergoeding toe te staan.
Het is wellicht mogelijk, dat door onbekendheid met de voorschriften
aan genoemd Instituut de aangevraagde bedragen niet volledig kunnen
worden toegekend.
We moeten, aldus de voorzitter, het spel spelen volgens de regels
van de Lager Onderwijswet en in dit geval staat ons derhalve niets an
ders te doen dan volgens de voorstellen van het dagelijks bestuur een
beslissing te nemen.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad
tot de vaststelling van de bovengenoemde drie ontwerp-besluiten.