r
- 4 -
wijzigingen van de begroting over genoemd jaar, waarin worden opgenomen de
door de raad in deze vergadering gevoteerde bedragen; genoemd kunnen daar
bij worden; a. Aanleg riolering in ged. der Wilhelmietenstraat ƒ.10000,--
b. Subsidie aan Jeugdsoos alhier 600,
c. Kosten van aankoop van gronden ƒ.90000,--
De bovenstaande uitgaven worden geraamd resp. bij de 23e tot en met de
26e wijziging van de begroting 1966
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluitde raad
hiertoe
6. Voorstel tot beschikbaarstelling van een bedrag, niet besteed bij de
bouw van het gemeentehuis, voor het aanbrengenvan een kunstvoorwerp
Je voorzitter deelt mede, dat het gebruikelijk is 'n bepaald bedrag te
besteden voor de aanschaffing van een kunstvoorwerp of verfraaiing van een
gemeentehuis
Er is thans op de bestraffende post nog een bedrag van ƒ.5000,-- over.
Voor de besteding van dit bedrag is reeds gedacht aan een groot wand
tapijt of gebrandschilderd raam; eerstgenoemd voorwerp zou b.v. zeer goed
vervaardigd kunnen vrorden door een inrichting van gehandicapten mensen.
Wellicht kan terzake nader overleg gepleegd worden met de architect
van het gemeentehuis, dhr. Vermeulen te Eindhoven.
De raadsleden zijn met het dagelijks bestuur van oordeel dat enige ver
fraaiing van het gemeentehuis wel gerechtvaardigd is en gaan er dan ook
akkoord mede, dat genoemd bedrag voor dit doel besteed wordt.
7. Voorste1 tot vaststelling bedrijfsbegrotingen en gemeentebegroting 1967
De memorie van toelichting op de gemeentebegroting werd de raadsleden
tegelijk met de agenda toegezonden; de raadsleden hebben in verband hier
mede de gelegenheid gehad de in de begroting geraamde bedragen te bestude
ren
De wijze van behandelen kan op verschillende manieren plaats vinden.
De behandeling kan post voor post geschieden, waarbij vele z.g. vaste
posten, als o.m. de salarissen onder de loupe kunnen worden genomen. Aan
gezien deze methode erg langdurig kan zijn is er naar het oordeel van de
voorzitter de voorkeur aan te geven de belangrijkste niet vaste posten te
behandelen, waaronder o.m. te rekenen zijn de toe te kennen subsidies en
de vaststelling van de bedragen per leerling voor het lager onderwijs.
De raadsleden geven aan deze laatste methode de voorkeur; de voorzitter
merkt daarbij op, dat voor de behandeling van de begroting beter eerst
het navolgende punt aan de orde kan worden gesteld; jammergenoeg is het
niet als afzonderlijk punt op de agenda vermeld.
a. Voorstel tot vaststelling van het bedrag per leerling ingde Lager-
Onderwijswet over 1 967
Gezien de stijging van lonen en prijzen in het afgelopen jaar acht het
dagelijks bestuur het wenselijk ook de in het voorgaande jaar vastgestel
de bedragen per leerling evenredig te verhogen; het dagelijks bestuur
stelt voor het bedrag voor het g.l.o. te verhogen van ƒ.70,tot 75
en het bedrag voor het u.l.o. te verhogen van ƒ.95tot ƒ.100,
De voorzitter merkt op, dat eerst vandaag op het eind van de namiddag
hem nog een verzoek van het ParSchoolbestuur werd afgegeven, waarbij ge
vraagd wordt het bedrag voor het g.l.o. op grond van een bijgevoegde be
groting tot ƒ.95»-- te verhogen.
De voorzitter betreurt het, dat een zo belangrijke zaak hem juist
voor de vergaderigg ter hand wordt gesteld; wanneer deze aanvrage tijdig
was ingediend, dan net gemeentebestuur het oordeel van de Inspektrice
kunnen inwinnen m.b.t. een toe te kennen verhoging c.q. het terugbrengen
van het percentage van de kosten van instandhouding van het gebouw van
20 tot 10$.
Wethouder Damen acht het voorgestelde bedrag aan de lage kant.
De heer Hectors wijst erop, dat in verband met het geringe aantal leer
lingen van de parochiale school een goede exploitatieopzet zeer moeilijk
is te maken; het moet hier niet nodig zijn, dat de Kerk moet bijspringen.
De voorzitter acht het niettemin noodzakelijk, dat eerst het advies
van de Onderwijsinspectie wordt gevraagd.