- 6 -
Enkele maanden geleden besloot de raad tot de vaststelling van een
wijziging van de begroting, waarbij een bedrag van ƒ.2500,-- werd
geraamd voor het opmaken van een beleidsadvies? omdat de gemeente
Huijbergen een wijziging van het bestemmingsplan voorbereid, kan een
dergelijk advies ingevolge de genoemde wet op de ruimtelijke orde
ning niet worden gemist.
Er is intussen een meer intern overleg gaande inzake de ontwikkeling
van de streek, g dacht werd daarbij, dat een advies inzake het re
gionaal structuurbeleid van groot nut zal zijn; de gezamenlijke ge
meenten hebben aan het E.T.I. te Tilburg een kostenpgave gevraagd
voor de opstelling van een ontwikkelingsplan.
Volgens de ontvangen kosten-opgave worden de kosten ervan voor de
gemeente Huijbergen geraamd op ƒ.2945»--*
Abusievelijk werd in de vorige vergadering gedacht, dat dit een
verhoging betekende van een eerder geraamd krediet ad ƒ.2500,--;
door de Provinciale Griffie werd ons op het bovengenoemde misverstand
gewezen.
In de vorige vergadering werd terzake bij de 15e wijziging van de
begroting 1966 reeds het bedrag ad. ƒ.485,-- geraamd; het dagelijks
bestuur stelt voor alsnog een bedrag ad ƒ.2500,-- bij wijziging van
de begroting to ramen.
Zonder hoofdelijke stemming besluit do raad hiertoe.
7eVerzoek van het Instituut St.Marie alhier tot de vaststelling van
het bedrag ex art. 101 bis der L.O.wet over 1966.
Ingevolge de Lager Onderwijswet wordt aan de genoemde Stichting
jaarlijks een bepaalde vergoeding voor vakleerkrachten toegekend.
Uit een terzake uitgebracht advies van de Inspecteur van het u.l.o.
onderwijs blijkt, dat deze vergoeding voor het jaar 1965 "te hoog
was berekend.
Daarn; zijn besprekingen gevoerd tussen het bestuur van deze Stich
ting, de Onderwijsinspectiede Gemeente en de Provinciale Griffie.
Bij een nota van aanmerkingen op een wijziging van de begroting over
het jaar 1965 verzochten Gedeputeerde Staten de oorspronkelijke te
hoge ramingen terug te brengen tot het werkelijk verschuldigde.
Op grond van het advies van genoemde Inspecteur mag deze vergoeding
vastgesteld worden tot een bedrag van ƒ.8356,20; daarbij is in aan
merking genomen het aantal klokuren van het salaris van 2 onderwij
zers der Stichting als leraar lichamelijke opvoeding. Een resterend
gedeelte van het salaris van deze 2 onderwijzers kan anderzijds nor
maal voor de gebruikelijke vergoedingen als onderwijzer in aanmer
king komen.
In verband met het bovenstaande stelt het dagelijks bestuur voor van
de genoemde Stichting een teveel toegekend voorschot ad ƒ.6643,80
terug te vorderen.
Na enige beraadslaging besluit de raad zonder hoofdelijke stemming
hiertoe.
De voorzitter deelt mede, dat het -na overleg met de Prov.Griffie
te 1s-Hertogenbosch- de bedoeling is, dat dit de genoemde Stichting
overeenkomstig de bepalingen van de lager Onderwijswet wordt mede
gedeeld; indien de Stichting met deze uitkering geen genoegen
neemt kan zij via beroep op Gedeputeerde Staten van N.Brabant trach
ten een hogere uitkering te verkrijgen.
8kondvraag.
a. Verbetering verlichting Siardus Bogaertslaan
De heer van Hoof deelt mede dat de verlichting van deze straat
thans niet zo erg best is; spreker verzoekt deze te verbeteren.
De voorzitter zegt toe hieraan de nodige aandacht te zullen schenken