Het dagelijks bestuur stelt daarom voor t.b.v. belanghebbende dezelfde
weg te volgen als kort geleden voor de laatste onrendabele gebieden in
deze gemeente is geschied; derhalve de vaststelling van een verordening
op de heffing van een baatbelasting waarbij 855^ van de kosten op belang
hebbende zal worden verhaald. Voor de heer Leenaarts komt dit neer op
een jaarlijkse last gedurende 30 jaar van ƒ.210,--.
De heer Huijskens verklaart zich hiermede volledig akkoord, nu belang
hebbende hiertoe door toedoen van anderen gedwongen wordt.
De heer Hectors deelt mede het jammer te vinden, dat deze man nu meer
moet gaan betalen door de schuld van de Ruilverkavelingsdienst
VYethouder Damen onderschrijft volledig het standpunt van de heer Hec
tors.
De voorzitter merkt op, dat uit de beraadslaging wel heel duidelijk
blijkt, dat we deze man moeten helpen.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad dan ook de gevraagde bij
drage te verlenen en tot de vaststelling van het de raad ter vaststelling
aangeboden ontwerp van de verordening op de heffing van een baatbelasting
van een gedeelte van de Buurtweg.
e. Mededelingen van B. en W. inzake verhuur gemeente-woningen.
De voorzitter brengt de raadsleden ter kennis, dat de juist voor be
woning gereed gekomen 4 woningwetwoningen in de straat, genaamd Handekens-
kruid, werden verhuurd aan! J.J.M. Damen, J.W.M. Appelboom, ïw.A.Broosus en
T.J. Maas5 de besluiten tot verhuur werden inmiddels door Ged.Staten goed
gekeurd
De inmiddels vrijgekomen woning, Wilhelmietenstraat 9 werd verhuurd aan
J.C.W. Geers, alhier.
De raadsleden nemen deze mededelingen voor kennisgeving aan.
f. Brieven van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ged.Staten van
N.Brabant i.z. contingents-, huur en woonruimtebeleid.
De voorzitter deelt mede, dat van de Minister van Volkshuisvesting een
circulaire van 11 bladzijden werd ontvangen inzake grotere vrijheid op het
gebied van de contingenteringlossere vormen van huurprijsbeheersing en
huurbescherming en geleidelijke intrekking van de b/oonruimtewet 1947* Op
verzoek van de genoemde Minister vragen Ged.Staten de overwegingen en op
merkingen van de raden ter kennis van de Minister te brengen.
De voorzitter geeft hierna een uitvoerige toelichting op de inhoud van
deze circulaire; o.m. wordt daarbij medegedeeld, dat h t rijksgoedkeurings
beleid in een 5-tal provincies t.w. Zeeland, Limburg, Groningen, Friesland
en Drente, reeds vrijgegeven is. De Minister denkt hierbij het beleid
vrij te geven per 1 september a.s. doch uiterlijk per 1 januari a.s. Het
is evenwel mogelijk, dat er bepaalde gebieden evenwel nog niet voor deze
vrijgeving in aanmerking komen; de voorzitter denkt hierbij o.a. aan de
gemeente Eindhoven en omgeving.
Om een inzicht in de situatie te krijgen vraagt de minister vele
gegevens m.b.t. de bouwkapaciteitde nog aanwezige bouwaanvragende
lijst van woningzoekendende verhouding tussen het aantal particuliere
woningen, huurwoningen en gemeentelijk woningbezit
Deze gegevens liggen voor wat betreft de gemeente Huijbergen wel zeer
gunstig, zodat er zeer zeker aanleiding toe is een grotere vrijheid van
contingentering toe te staan; de voorzitter toont dit de raadsleden aan
aan de hand van vele cijfers o.m. wordt eraan herinnerd, dat eind van dit
jaar met de bouw van 28 woningen begonnen wordt en dat een 20-tal serieuze
gegadigden op de lijst van woningzoekenden van deze gemeenten voorkomen.
Met betrekking tot de huurprijsbeheersing en huurbescherming merkt de
voorzitter op, dat in deze gemeente weinig huurwoningen aanwezig zijn.
Ten aanzien van de nog van kracht zijnde woonruimtewet 1947 deelt de
voorzitter mede, dat deze wet in deze 20 jaar nog maar een enkele maal is
toegepast geworden; door deze wet wordt het eigendomsrecht aangepast.