- 7 -
De voorzitter geeft op deze cijfers aan de hand van een rapport van de
afdeling financiën een korte toelichting, waarbij vooral het grote ver
schil ten opzichte van het nadelig saldo van de dienst 1 965 wordt verklaard
spreker merkt nog op, dat de begroting thans zeer' reëel is opgesteld.
De raadsleden nemen de gedane mededelingen voor kennisgeving aan.
10a. Voorstel tot het doen van een verzoek aan de Kroon tot afwijking van
het bepaalde in artikel 19 van de Lager Onderwijswet
De voorzitter deelt mede, dat ingevolge de bepalingen van de genoemde
wet voldoende lager onderwijs in een genoegzaam aantal scholen zonder on
derscheid van godsdienstige gezindheid moet worden gegeven.
De Kroon kan van dit voorschrift afwijking toestaan, indien blijkt dat
geen openbaar onderwijs verlangd wordt.
Terzake werd door het dagelijks bestuur een publikatie verricht
niemand heeft ter gemeente-sekretarie kenbaar gemaakt, dat openbaar onder
wijs verlangd wordt.
De bestaande ontheffing werd door de Kroon voor een tijdvak van 5 jaren
verleend en geldt tot 1 januari 1966.
In verband met bovenstaande stelt het dagelijks bestuur voor de Kroon
wederom ontheffing van het bestaande voorschrift te verzoeken en wel voor
een termijn van 5 jaren.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad
hiertoe
11. Rondvraag.
a. Ontslag gemeente-bode
De heer Verhaert vraagt of do thans in dienst zijnde gemeentebode
reeds is ontslagen; spreker deelt mede, dat belanghebbende zich tot hem
gewend heeft met het verzoek in dienst van de gemeente te mogen blijven
totdat hij een 25jarige diensttijd bij deze gemeente vol,: eriaakt heeft.
Wethouder Damen merkt op, dat de gemeentebode Verhaert thans 76 jaar
oud is en reeds 10 jaar langer in dienst is dan de gebruikelijk gestelde
termijn. Spreker is van oordeel dat een gemeentebestuur ergens grenzen
moet stellen.
De voorzitter zegt toe, dat dit punt in een vergadering van het da
gelijks bestuur besproken zal worden.
b. Vervoer van lijken.
De heer Huijskens vraagt of in verband met de vestiging van het be
jaardentehuis geen regeling kan worden getroffen voor het vervoer van de
overledenen; spreker vreest, wanneer dan steeds een beroep op het dragen
door de buren zal worden gedaan, er wel moeilijkheden zullen komen.
Wethouder Damen antwoordt hierop, dat het bestuur van het bejaarden
tehuis hierin zelf een goede voorziening zal treffen; er zal in ieder geval
geen enkel beroep op de buren gedaan worden. De overledenen zullen eerst in
een mortuarium geplaatst worden.
De v/ethouder vestigt er verder de aandacht op, dat ook deze buren-
plicht uit de mode gaat geraken en dat ook in Huijbergen hierin naar een
oplossing gezocht zal moeten worden, b.v. door inschakeling van een begra
fenisonderneming. Minder draagkrachtigen zullen een beroep op de Algemene
Bijstandswet kunnen doen.
Tenslotte vestigt de wethouder er de aandacht op, dat overwogen word4
om de Huijbergse overledenen op te baren in het mortuarium van het bejaar
dentehuis
c.Verlichting van het torenuurwerk.
De heer Huijskens vestigt er de aandacht op, dat de verlichting van
dit uurwerk zeer slecht is en dat maar de helft van de bevestigde lampjes
brandt