O
A
Ingevolge de nieuwe Financiële Verhoudingswet dient de van het Rijk te
ontvangen garantieuitkering ieder jaar, te beginnen met 1966, met 1/5 te
worden verlaagd; voor Huijbergen betekent dit een jaarlijkse vermindering
van de inkomsten met ƒ.8000,-- gedurende 5 jaren. De gemeente zal dus
moeten gaan bezuinigen en de ontvangsten zo hoog mogelijk moeten opvoeren.
Op grond van inmiddels genomen regeringsbesluiten dienen de salarissen
van de ambtenaren weder te worden verhoogd; het betreft hier de verhogin
gen per 1 juli j.l. en een verhoging van 0,36 deze verhoogde uitgave
ad ƒ.16000,zal evenwel worden gedekt door verhoogde rijksuitkeringen.
Aan de hand van de genoemde bemerkingen en het feit, dot tengevolge
van het overlijden van de heer Emonts de post salaris gemeenschappelijk
ambtenaar met ƒ.7000,kan worden verlaagd, kan het nadelig saldo van de
begroting voor het dienstjaar 1965 met ƒ.19700,worden verlaagd en worden
teruggebracht tot ƒ.25000,waarvoor geen dekking kan worden aangewe
zen.
De voorzitter dankt de heer van Wijk voor de gegeven toelichting;
spreker stelt voor de ontworpen wijziging na vaststelling aldus aan Ged.
Staten ter goedkeuring voor te leggen.
Na enige beraadslaging besluit de raad zonder hoofdelijke stemming
hiertoe
6. v.,an de verordening, regelende
Op verzoek van de voorzitter geeft de heer van Wijk op de wijziging de
navolgende toelichting.
In de vorige vergadering van de raad blijken bij de bepaling van het
bedrag der belasting per m2 de totale kosten verkeerd berekend te zijn;
dit is slechts van belang voor het plan noord-oost.
Aangezien in dit plan alle gronden reeds eigendom van de gemeente zijn
heeft het geen zin voor dit complex van het Grondbedrijf een belasting in
het leven te roepen.
Voorgesteld wordt daarom het plan noord-oost uit de verordening te
schrappen en voorts te voldoen aan de verlangens van Ged.Staten, gesteld
t.a.v. het plan west.
Na enige beraadslaging besluit de raad zonder hoofdelijke stemming tot
de vaststelling van deze wijziging.
7. Behandeling van het verzoek van het R.K. Par.Armbestuur alhier tot het
verkrijgen van de gevraagde medewerking ing. de Kleuteronderwijswet
voor de 1e inrichting van een 2e lokaal der R.K. Kleuterschool
Op verzoek van de voorzitter geeft de heer Looijen op dit verzoek do
navolgende toelichting.
De heer Looijen leest het schrijven van genoemd armbestuur voor en deelt
mede, dat de aanvrage overeenkomstig het gestelde in artikel 50 der ge
noemde wet werd ingediend. Deze aanvrage dient met spoed te worden behan
deld, aangezien genoemd bestuur in september a.s. reeds met het onderwijs
in deze lokaliteit wenst te beginnen. Het gunstige advies op deze 'aanvrage
werd behoudens enkele bemerkingen van ondergeschikt belang reeds gunstig
geadviseerd door de Inspectrice van het Kleuteronderwijs te Breda, zodat
zonder bezwaar tot het verlenen van de gevraagde medewerking kan worden
overgegaan.
De voorzitter spreekt een woord van dank uit aan het adres van burge
meester van Agtmaal voor het vele werk, hetwelk deze heeft verricht voor
de spoedige totstandkoming van deze lokaliteit; spreker stelt hierna voor
de gevraagde medewerking te verlenen.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad
hiertoe
7Rondvraag.
De voorzitter zegt, dat geen rondvraag op de agenda voor deze raadsver
gadering werd opgenomen; spreker geeft de raadsleden evenwel de gelegen
heid van een rondvraag gebruik te maken doch behoudt zich het recht voor
punten, welke niet onmiddellijk beantwoord kunnen worden, naar een volgen
de vergadering te verschuiven.