m, f I - 2 - i)e voorzitter leest het schrijven van het bestuur van genoemde Schoolraad voor en geeft de inhoud weer van het schrijven van de Inspec- trice van het Lager Onderwijs? de beide brieven worden vervolgens nader toegelicht. Laarbij merkt de voorzitter op, dat de gemeente ïïuijbergen bij de vaststelling van dit bedrag steeds gunstig stond ten opzichte van de omliggende gemeenten. Het bestuur van genoemde Schoolraad adviseert het bedrag per leer ling voor het g.l.o. op tenminste 75,-- vast te stellen en het bedrag voor het u.l.o. op tenminste 100,--; de Inspectrice voornoemd meent als minimum-bedragen 60,-- voor het g.l.o. en 90,-- voor het u.l.o. te moeten adviseren. De voorzitter acht deze sprong naar het landsgemiddelde rigoureus hoog; spreker vindt het jammer dat de cijfers der gemeentebegroting over het jaar 1965 n°g niet bekend zijn, zodat we derhalve nog geen inzicht aan de raadsleden kunnen geven van de financiële consekwenties van deze vaststelling. Omdat de .Dorpsschool door de gemeente in bruikleen aan het schoolbestuur is afgestaan adviseert de Inspectrice voor de instandhouding ervan het bedrag met 2<j/o te verminderen. Het dagelijks bestuur heeft zich over dit punt beraden en meent de raad te moeten voorstellen de bedragen per leerling voor het g.l.o. op 65,-- en voor hot u.l.o. op 95,-- vast te stellen; voor aftrek van de kosten van instandhouding van de Dorpsschool meent het dagelijks be stuur het eerstgenoemde bedrag met 20v/o te moeten verminderen. Do heer Huijskens vraagt de voorzitter of de schoolbesturen met deze nieuwe bedragen de normale exploitatiekosten zullen kunnen dekken. De voorzitter antwoordt hierop, dat zo nodig van een beslissing van de raad bij Gedeputeerde Staten in beroep lean worden gegaan. Spreker stelt thans de raad voor tot de vaststelling van het voor stel van het dagelijks bestuur over te gaan. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hiertoe. 4. Voorste-llen tot wijziging van de begroting van het woningbedrijf, het grondbedrijf en do gemeentebegroting. De bovenbedoelde voorstellen omvatten de navolgende wijzigingen: 23e wijziging van de gemeente-begroting 1964, 24e wijziging van de gemeente-begroting 1964; 2e wijziging van de begroting van het woningbedrijf 1964; 4e wijziging van de begroting van het grondbedrijf 1964 on 5e wijziging van de begroting van het grondbedrijf 1964» De toelichtingen op deze wijzigingen werden de raadsleden omstreeks 6 juni 1964 reeds toegezonden. De voorzitter merkt op, dat het hier voor het merendeel der posten een bijwerking der cijfers naar de huidige toestand betreft, waaronder vele administratieve posten; vele van deze posten combineren met het woning- en grondbedrijf, om welke roden ook van de begrotingen van deze bedrijven enkele wijzigingen moesten worden gemaakt. De voorzitter vraagt do raadsleden of tot de vaststelling van dezo wijzigingen kan worden overgegaan. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke.' stemming besluit de raad hiertoe 5. Voorstel tot de vaststelling van het bedrag in rekening-courant maximaal in 1965" op te nemen bij de Bank voor Nederlandse Gemeenten te s-Gravenhage Het ontwerp van het voorstel werd de raadsleden toegezonden. 'Ier toelichting deelt de voorzitter nog mede, dat de gemeente om in het volgend jaar de normale huishoudelijke uitgaven te kunnen verrichten enige relcening-courant-credieten nodig zijn. Met de bovengenoemde Bank heeft de gemeente ïïuijbergen reeds jaren een algemene overeenkomst; slechts kan hier volstaan worden met de vaststelling van het bedrag; ook voor dit jaar is de genoemde Bank bereid een crediet te verlenen van 100000,--; dit bedrag wordt vastgesteld aan de hand van verschillende begrotingscijfers en kan zo nodig tussentijds nog worden verhoogd, aldus ue voorzitter.

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1964 | | pagina 69