(1 - 3 - De voorzitter deelt mede, dat de rapporten van het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële Adviezen der Vereniging voor Nederlandse Gemeenten te s-Gravenhage betreffende deze rekeningen werden ontvangen en geeft aan de hand hiervan een nadere toelichting; De rekeningen worden door het dagelijks bestuur nader onderzocht dit onderzoek geeft het college van burgemeester en wethouders aanleiding tot het maken van de opmerkingen, neergelegd in de verantwoordingsnota Ten aanzien van de rekening van de gemeente merkt de voorzitter nog op, dat de gewone dienst sluit met een batig saldo van 1707,46 en de kapitaaldienst met een nadelig saldo van 163690,26. Rekening houdend met de achterstallige inkomsten en uitgaven van dit jaar sluit de gewone dienst evenwel met een batig saldo van 42,44- De hierbovengenoemde rekeningen geven de raad geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. De voorzitter zegt, dat het thans aan de raad is om uit te maken welke werkwijze zal worden gevolgd alvorens tot de voorlopige vaststel ling over te gaan. De raad kan uit vijf leden - niet wethouders - overeenkomstig de gemeen tewet een commissie van drie benoemen voor onderzoek en rapportering omtrent de gemeenterekening. Aangezien de commissie zou bestaan uit de meerderheid van de raadsleden, die mogen stemmen over de rekening, kan de raad ook - zoals hier de gewoonte - het onderzoek in deze vergadering afwerken. De raad beslist tot deze laatste werkwijze over te gaan, te meer daar de rekening voor 1 november 1964 voorlopig dient te -worden vastgesteld en voor 1 december dient te worden ingezonden. Hierna stelt de raad de gemeenterekening en de bedrijfsrekeningen voorlopig vast overeenkomstig de ontwerpen door burgemeester en wethouders aangeboden. 3. Voorstel tot het verlenen van medewerking aan het verlangen van de Op voeding en Onüerwijsstichting St.Marie alhier om met toepassing van art. 64 van de L.O.wet 1920 vergoeding te mogen ontvangen voor een tweede gymnastieklokaal (voorheen kapel). De voorzitter deelt mede, dat -na de ingebruikneming van de nieuwe kapel van het InstSt.Marie- de thans in gebruik zijnde kapel haar oorspronkelijke bestemming t.w. gymnastieklokaal zal kunnen verkrijgen. Te dien einde heeft het bestuur van genoemde Stichting verzocht om de vereiste medewerking ing. artikel 84 van de L.O.wet. Overleg werd gepleegd met de Inspectrice van het Lager Onderwijs, v/elke niet zo direkt bereid bleek een gunstig advies op deze aanvrage te verstrekken; op het eerste gezicht gezien moet n.l. het bezit van 2 gymnastieklokalen voor een plaats als Huijbergen als een overdaad gezien worden; overleg werd daarna gepleegd met de heer van Etten, in specteur voor de Lichamelijke oefening in deze inspectie. Er werd daarbij aangetoond, dat het aantal lesuren in de komende jaren aanmerkelijk zal stijgen, zodat verwacht mag worden, dat t.z.t. een gymnastieklokaal te weinig zal zijn. Op grond van bovenstaande heeft de Inspectrice de verklaring af kun nen geven, inhoudende dat de normale eisen, aan het geven van lager onderwijs te stellen niet zullen worden overschreden. Het voorstel van de Inspectrice en van het dagelijks bestuur is dan ook welwillend op deze aanvrage te beschikken. De hoer van Hoof merkt op, dat ook de plaatselijke Volleybalvereni ging en de lagere school van deze zaal gebruik maken. De heer Verhaert vraagt de voorzitter of de Broeders verplicht zijn toestemming te geven voor het gebruik van deze zaal door de jeugd van Huijberg en Wethouder Damen antwoordt hierop, dat vroeger deze toestemming wel eens geweigerd is, omdat de zaal overbezet was; de wethouder verwacht hiervan thans geen moeilijkheden. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna tot het verlenen van de gevraagde medewerking.

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1964 | | pagina 63