-n 1 h - 2 - 3. Beslissing inzake al of niet toelating van het nieuw benoemde lid van de raad, de heer M.P.E. Verhaert. De voorzitter deelt mede, dat de heer M. Broosus bij schrijven van 15 juli 1964 zijn ontslag heeft aangeboden als lid van de raad. Ingevolge het bepaalde in art. IJ 1 der Kieswet werd daarom per 15 juli 1964 de heer M.P.E. Verhaert benoemd verklaard tot lid van de raad. Overeenkomstig art. U 4 der Kieswet werd door M.P.E. Verhaert zijn geloofs brief ingeleverd. De raad zal echter moeten besluiten tot niet-toelating van de heer M.P.E. Verhaert op grond van art. 23 der gemeentewet omdat er een verboden graad van bloedverwantschap bestaat tussen hem en het reeds zitting hebbend lid van de raad2 P.M. Verhaert. Hierop besluit de raad tot niet-toelating. Het lid P.M. Verhaert vraagt waarom de heer Broosus ontslag heeft genomen als lid van de raad. De voorzitter antwoordt hierop, dat de heer Broosus zich volgens zijn ont slagbrief niet kon verenigen met de beslissingen van B. en W. Haar aanleiding hiervan merkt de heer Buermans op, dat de heer Broosus dan zijn bezwaren in een openbare vergadering naar voren had moeten brengen. De voorzitter zegt dat thans de volgende op lijst 2 in aanmerking komende candidaat zal moeten worden benoemd nl. de heer A.J. Goossens. Eerst zal echter moeten worden afgewacht of de heer M.P.E. Verhaert eventueel beroep aantekent bij G.S. tegen het besluit van de raad tot niet-toelating. Deze beroepstermijn is 8 dagen. Vervolgens deelt de voorzitter nog mede, dat hij de heer Broosus persoonlijk heeft bedankt voor al hetgeen hij als raadslid in het belang der gemeente heeft gedaan. 4. Voorstel tot vaststelling van de 14e en 15e begrotingswijziging 1964 van de algemene dienst De voorzitter deelt mede, dat de 15e begrotingswijziging betrekking heeft op de inrichting van de noodschool. Door de raad werd reeds een prin- cipieel besluit tot medewerking genomen.Door het hoofd van de school is thans een begroting van de nieuwe inrichting ingediend, vergezeld van de accoordverklaring van de Inspectrice. Dhr. Huijskens vraagt voor wiens rekening de aanleg van electriciteit en waterleiding komen. Voor rekening van de gemeente, zegt de voorzitter. De aansluiting op de waterleiding wacht echter nog op de goedkeuring door G.S. van het besluit van de raad, dat de gemeente zich garant stelt voor de on rendabele top van de aanlegkosten ad 1450,--. De goedkeuring door G.S. anderzijds is weer vertraagd doordat er een overleg gaande is tussen het Ministerie en G.S., waar deze kosten in de gemeenterekening zullen moeten verantwoord. Zonder hoofdelijke stemming besluit hierna de raad tot vaststelling van de 15e begrotingswijziging. 4a. Opzegging huur oude schoollokalen In verband met het feit dat de nieuwe noodschool per 1 september 1964 kan worden betrokken, besluit de raad deze nieuwe school per 1 september ter beschikking van het schoolbestuur te stellen en de huur van de oude schoollokalen per die datum op te zeggen. 4/5/6/ Vaststelling van de 14e wijziging van de begroting van de algemene dienst, van de 1e wijziging van de begroting van het woningbedrijf en van de 3e wijziging van de begroting van het grondbedrijf. Deze wijzigingen betreffen allen de stichting van 10 woningwetwoningen. Op de algemene dienst zijn geraamd de stichtingskosten, op de wijziging var het woningbedrijf de overdracht van de woningen aan het woningbedrijf en op de 3e wijziging van het grondbedrijf de overdracht van de benodigde gronden aan de gemeente.

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1964 | | pagina 50