- 2 -
mechanisatie in deze bedrijfstak. De andere, de industrie elders, is
nog maar van recente datum, omdat de industrialisatie van West
Brabant mede als gevolg van het onuitgevoerd blijven de grootse
plannen Qüfntwerpen-Moerdi jkkanaalKreekkrak-planZoomweg e.d.) niet
snel genoeg kan worden aangevat- Het rapport verwacht bij de volgende
generatie van werknemers een trek naar het werkmilieu van de stad
en omgekeerd een kleine trek naar het platteland voor de hogere
inkom^trer?klassen uit de stad of het geürbaniseerde dorp b.v. Hooger-
heide, dat vermoedelijk in 1980 uitgegroeid zal zijn tot 25000 inwoners
De samensteller vervracht een groei van Huijbergen tot 1500 inwoners
(buiten de gestcihtsbevolking) in 1980. Deze tendenzoy? zullen vermoedelijk
pas na 1970 hun duidelijke accent krijgen. "Dan juist zal, gelet
op ligging, natuurschoon, eenvoudige struktuur enz. de gemeente Huijbergen
een bijzondere funktie in streekverband kunnen krijgen- Speciaal als
woongemeente zal zij dan in trek kunnen komen". Aldus i£ de conclusie
van het rapport. Met een en ander is bij de samenstelling van de uit*
breidingsplannen rekening gehouden, merkt de voorzitter op.
De voorzitter stelt nu aan de orde van bespreking het plan in hoofd
zaken. Ver&eden jaar hebben we de eerste schets in de raadsvergadering
bekeken. Intussen hebben diverde instanties gelegenheid gehad hun
visie daarop te geven o.a. de Commissie voor de uitbreidingsplannen,
rijkswaterstaat, Babov, Staatsbosbeheer Het verlangen van de rijks
waterstaat om een der trace's van de Zoomweg erop te brengen, is na
overleg met de Provinciale Planologische dienst niet ingewilligdomdat
niet vaststaat, dat het tracé langs Huijbergen zal worden gevolgd.
En indien dit wel vaststond, is het wel zo goed als zeker, dat dit
pas na 20 jaar tot uitvoering komtNu een uitbreidingsplan sleohts
beoogt de ruimtelijke aangelegenheden voor de eerste tien jaren te
ordenen, moet men de bebouwing ter plaatse van een mogelijk tra.ee niet
meer dan nodig be^pf&ken. Indien met dit toch doet, en een belanghebbende
zou zich gedupeerd gevoelen, zou de gemeente voor de schadeloosstelling
moeten opkomen omdat de geme ente het uitbreidingsplan vaststelt en niet
het rijk. Dilfgisteren uitdrukkelijk geconstateerd door de heer Aarts
van de rijkswaterstaatdie het plan reeds kwam indien.
Omtrent dot uitbreidingsplan in hoofdzaak merkt de voorzitter verder op,
dat dit niet geldt voor het in gele kleur aangeduide gebied van het
wederopbouwplah #n het gebied, dat in onderdelen zal worden geregeld.
De bestemming van do verschillende gronden, wordt hierna onder de loupe
genomen. Ir.Margry licht deze nauwkeurig toe, mede aan de hand van de
bestemmingsvoorschriftendie de voorzitter voorleest. VTethouder Damen
vindt de normen van 150 m3 voor schuurtjes bij kleine agrarische bedrijven
en de bebouwde oppervlakte van 150 m2 voor de dierenverblijven van een
pluimveebodrijf nogal zwaar. Ir.Margry zegt, dat deze normen zijn uit
gestippeld door de landbouwdeskundigendie in de Commissie voor de
uitbreidingsplannen zitting hebben. Mefa kan dit duidelijksheidshalve
lezen in de notulen van de commissievergadering najaar 1960waarin
het plan Huijbergen is behandeld. De voorzitter zegt, dat het bezwaair
van wethouder Damen enigszins wordt ondervangen, doordat in het plan
in onderdelen oen gebied voor landelijke bebouwing wordt aangewezen,
waarin woningen met een schuurtje van 200 m3 kunnen worden gebouwd.
Bovendien blijkt volgens het stedebouwkundig rapport het aantal echte
landarbeiders zeer te zijn teruggelopen. Aan het debat nemen de heren
van Wezel en Huijskens ook deel. Y/ethouder Damen stelt er prijs op
te constateren, dat men de aangevochten normen zal moeten verlichten,
wanneer in dc praktijk daaraan behoefte zal blijken te bestaan.
Wethouder Huijskens vindt de norm van 5 ta. voor villa's, hotels,
motels e.d. zwa^r. Hij denkt dat gegadigdem zo'n groot terrein niet
zullen kunnen bemachtigen. Ir.Margry bevestigt dat het met de kwestie
villa's e.d. nogal moeilijk ligt. Toch 7/il men van hogerhand dan deze
norm vasthouden. Hij wijst met de voorzitter evenwel op hot bestaan
van artikel 20 van de wedoropboui$2tvolgens hetwelk Gedeputeerde
Staten indien daaraan behoefte bestaat van deze normen kunnen afwijken.